Een paar jaar geleden nog was ik er niet van overtuigd dat het standbeeld van J.P. Coen weg moest van het plein. Twijfel bestond wel, maar op dit moment moet ik moeite doen om te achterhalen waarom ik het standbeeld wilde laten staan. Het standbeeld bepaalt mede het gezicht van de stad, evenals de historische gevels in binnenstad en havengebied. De jury van het rechtspraakspel met Maarten van Rossem als rechter bepaalde in meerderheid dat het beeld mocht blijven.
Het belangrijkste besluit dat door het gemeentebestuur werd genomen is dat er een goed gesprek met de stadsbewoners van diverse pluimage gevoerd moet worden. Misschien dat terecht gezegd kan worden dat het wel lang duurt voordat je kunt zeggen dat er heel breed diep nagedacht is over de toekomst van het beeld. In hetzelfde kader zijn al wel stevige gesprekken gevoerd over de Hoornse bijdrage aan de vaderlandse geschiedenis op het gebied van kolonisatie en het houden van slaven. Hoewel de lust om excuses hierover uit te spreken in de gemeenteraad vergaan is, wordt wel werk gemaakt van trajecten om een en ander recht te zetten in vervolghandelingen. De discussie over het beeld zal hierin een plek krijgen.
Wanneer ik denk aan het beeld van Coen, dan denk ik ook aan de beelden van Lenin en enkele andere communistische hotemetoten die mevrouw Grosthuizen en ik in 1975 verbeeld hebben gezien op verschillende plekken in de toenmalige Sovjet-Unie. Op sommige plekken stond daar een soort erewacht. Soldaten in uniform of leden van de jeugdvereniging in clubkleding met rood sjaaltje. Er werden op één plaats foto’s genomen van een bruidspaar. We hebben Lenin eigenlijk nooit gezien zonder bloemen aan zijn voeten.
Alle of bijna alle Lenins zijn nu weg. Stalin was al eerder weg toen gesproken mocht worden over de verschrikkingen die hij het Russische volk aangedaan heeft. Hier en daar lijken er nog beelden van deze voormalige leiders te staan en bezocht te worden door nieuwe vereerders. Uit de gratie is ook uit beeld. Dit is een van de dilemma’s die spelen bij beslissingen of standbeelden van figuren uit de historie met historisch bloed aan de handen. Moeten de beeltenissen van deze figuren weggepoetst worden? Als beeld in een stad wel, maar ook uit boeken? Zou je een beeld moeten weghalen wanneer je nu zou besluiten absoluut geen beeld van de persoon neer te zetten?
Zou je een beeld van een potentaat uit de prehistorie in een ver buitenland wegwensen of zou die wegstuurwens verjaard zijn na ruim tweeduizend jaar? Zou een borstbeeld van Hitler of zijn ingelijste foto aan een openbare muur ergens in Duitsland terechte verontwaardiging oproepen? Ook nog wanneer het in een museum aan te treffen is? Ik denk dat de context van uitstalling uiterst belangrijk is. Mag je een beeld dat mensen trekt die het grote kwaad van de figuur niet willen erkennen nog handhaven? Zijn er mensen die Coen bezoeken om hem eer te bewijzen? Ja, die zijn er. Thierry Baudet deed dat niet lang geleden.
Het gemeentebestuur gaat uiteindelijk een beslissing nemen, na gespreksronden. Is dat anders dan een beslissing te laten nemen door de Hoornse bevolking uit te nodigen zich uit te spreken in een referendum? In Hoorn is dat inderdaad zo. Het is niet voor niets dat de fractie van Hart van Hoorn dat graag zo spoedig mogelijk geregeld wil zien. Zij verwachten zo een grotere kans te hebben om het standbeeld op de Roode Steen te bewaren. Wellicht was de mening van driekwart van de jury van de neprechtspraak hoopgevend. Hart van Hoorn ziet de kansen van behouden van het standbeeld slinken wanneer er breder wordt nagedacht en gediscussieerd. Welk gedachtegoed steekt daar achter? Trots op de materiële voorspoed in de Gouden Eeuw? Stiekeme trots op de moordpartijen waarmee wij als klein landje in de wereld een plek konden veroveren? Wat voor toeristen willen zij met Coen naar de stad Hoorn lokken?
Ik denk terug aan de tijd dat het mij niets deed of Coen daar wel of niet fier op een grote sokkel stond. Zijn uitspraak: ’Dispereert niet’ was niet bedoeld voor de geknechte bevolking van onze kolonie. Dat inzicht leeft bij mij nu wel en is leidend geworden in mijn overtuiging dat Coen zijn tijd nu wel gehad heeft.
De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. HoornRadio/HoornGids is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom, onafhankelijk en ongebonden.