Hoornse scholen willen superschool met 5000 leerlingen

ingevoerd op 18-9-2004

Het college van B en W en de scholengemeenschap Tabor en het Atlas College, de twee grootste scholengemeenschappen in West-Friesland, hebben gezamenlijk een visie ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs in Hoorn. Over een periode van 20 à 25 jaar willen ze komen tot één avo/vwo-campus van zo’n 5.000 leerlingen. De campus wordt kleinschalig ingericht met deelscholen van maximaal 250 leerlingen, waarmee een persoonlijke, overzichtelijke en veilige omgeving voor de leerlingen wordt gecreëerd. Door het grote aantal leerlingen is het mogelijk om rendabele deelgroepen te formeren die verschillende vormen van onderwijs aangeboden krijgen. Door bepaalde onderwijsvoorzieningen centraal in een gebouw onder te brengen, bijvoorbeeld één science building, kan tegen relatief lage kosten een hoge kwaliteit leer- en hulpmiddelen worden aangeschaft. Ook voor het vmbo-onderwijs streven de schooldirecties naar intensieve samenwerking die zal resulteren in een vmbo-campus.

HOOGSTAAND EN VEELZIJDIG ONDERWIJS
Met het creëren van een campus, krijgt Hoorn de mogelijkheid hoogstaand en veelzijdig onderwijs te bieden aan leerlingen in Hoorn en de regiogemeenten. Innoverende leerprogramma’s, zoals het Jenaplanstroom, tweetalig VWO, School of Education, en het categoriaal gymnasium kunnen bij een hoog leerlingenaantal volwaardig worden aangeboden. Ook kan een verscheidenheid aan nieuwe leervormen worden geïmplementeerd zoals modulair onderwijs, taakgestuurd onderwijs samenwerkend leren, natuurlijk leren. Tevens geeft het campusmodel meer mogelijkheden voor het ontwikkelen van sportklassen, cultuurklassen en dergelijke.
In de huidige situatie met meerdere, in een aantal gevallen oude schoolgebouwen, is het onvoldoende mogelijk een breed onderwijsaanbod en nieuwe vormen van onderwijs aan te bieden. De schoolgebouwen zijn niet geschikt, en de scholengemeenschappen zijn er ieder voor zich financieel en formatief niet voldoende toe in staat.

PERSOONLIJKE, OVERZICHTELIJKE EN VEILIGE OMGEVING
De campus wordt kleinschalig ingericht. Er komen vijf schoolgebouwen voor 1.000 leerlingen die ieder onderverdeeld zijn in vier deelscholen van maximaal 250 leerlingen. De deelschool vormt de thuisbasis van de leerling. De vormgeving en indeling zorgen ervoor dat de leerling deze ervaart als een eigen ruimte binnen een groter geheel. De deelscholen hebben een eigen werkruimte en een vast (docenten)team dat de leerlingengroep onderwijskundig begeleidt en een deel van de leerlingenzorg voor zijn rekening neemt.

BESLUITVORMINGSTRAJECT
Op verzoek van de gemeenteraad heeft het college samen met de schooldirecties deze integrale visie op de huisvestingsproblematiek in het voortgezet onderwijs ontwikkeld. Op 27 oktober a.s. wordt de visie besproken in de commissie Welzijn en Volksgezondheid. Op 16 november a.s. maakt de gemeenteraad een initiële keuze voor of tegen het campusmodel. Als de raad kiest voor het verder uitwerken van het campusmodel, dan kan deze rond maart 2005 tot een definitief besluit komen.

ACHTERGRONDINFORMATIE
Het SG Tabor en het Atlas College behoren tot de grootste scholengemeenschappen van West-Friesland en hebben op hun Hoornse locaties samen ruim 7.300 leerlingen: 5.000 avo/vwo-leerlingen en 2.300 vmbo-leerlingen. In de bestaande situatie zijn er vier locaties voor het avo/vwo. Het Atlas College heeft de locaties Copernicus en OSG West-Friesland en SG Tabor heeft de locaties Werenfridus en Oscar Romero. In het campusmodel komen deze vier locaties over een periode van 20 à 25 jaar samen tot één avo/vwo-campus.
In de bestaande situatie zijn er twee locaties voor het vmbo-onderwijs, het d’Ampte van SG Tabor en het nieuwe gebouw vmbo Titaan van het Atlas College. De gebouwen zijn naast elkaar gesitueerd aan het Dampten. Ook voor het vmbo-onderwijs streven de schooldirecties naar intensieve samenwerking tussen beide locaties die zal resulteren in een vmbo-campus.