Gemeenten en provincie samen aan de slag voor bedrijfsterreinen

ingevoerd op 26-1-2005

De gemeenten Enkhuizen, Hoorn, Wervershoof, Wester-Koggenland en Wognum gaan samen met de provincie Noord-Holland aan de slag om binnen drie maanden tot een door de hele regio gedragen bedrijfsterreinenvisie te komen. Zij vormen hiertoe een bestuurlijke stuurgroep en een ambtelijke werkgroep. Burgemeester J. Baas van Enkhuizen treedt op als voorzitter van de stuurgroep. Tot die conclusie kwamen de colleges van de gemeenten in oostelijk West-Friesland vandaag tijdens het rondetafelgesprek in Hoorn.
Het opstellen van zo’n geactualiseerde bedrijfsterreinenvisie is nodig vanwege het nijpende tekort aan beschikbare bedrijfsgrond in de regio, zowel op korte als op lange termijn. Burgemeester Van Veldhuizen, voorzitter van het rondetafelgesprek: ’Vanwege het tekort aan bedrijfsgrond zijn er nu al bedrijven die we moeten afwijzen omdat we niet voldoende grond beschikbaar hebben. Minder bedrijven betekent minder werkgelegenheid en meer woon-werkverkeer. Op dit punt dreigt echt een serieus maatschappelijk probleem te ontstaan. Willen we Provinciale Staten hiervan overtuigen, dan zullen we de actuele behoefte aan bedrijfsgrond moeten aantonen, onderbouwd met cijfers die niet voor tweeërlei uitleg vatbaar zijn.’
Bij de behandeling van het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord, het Streekplan in wording,  hebben Provinciale Staten besloten de locatie aan de Jaagweg in Wester-Koggenland het eerst tot ontwikkeling te brengen, terwijl de ontwikkeling van Westfrisia-Noord in Wognum verschoven werd naar 2014 of later. Met een goed onderbouwde bedrijfsterreinenvisie hopen de Westfriese gemeenten de Statenleden te overtuigen van de noodzaak om sneller méér bedrijfsgrond beschikbaar te stellen. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door de bedrijventerreinen Jaagweg in Wester-Koggenland en Westfrisia-Noord in Wognum gelijktijdig vóór 2014 tot ontwikkeling te brengen. Dit vanwege het onderscheid tussen beide terreinen: de locatie aan de Jaagweg is dan bedoeld als (boven)regionaal terrein voor bedrijven die het van de A7 moeten hebben, terwijl Westfrisia-Noord als (boven)lokaal terrein bestemd is voor de overige bedrijven in de regio.
Er zijn nog wel enkele hobbels te nemen, want de gemeente Wognum stelt de eventuele ontwikkeling van Westfrisia-Noord afhankelijk van het opwaarderen van de Westfrisiaweg, terwijl de gemeente Wester-Koggenland het voorkeursrecht ingevolge de Wet Voorkeursrecht Gemeenten op de te verwerven gronden aan de Jaagweg heeft laten vervallen.
Deze impasse moet worden doorbroken, wil West-Friesland niet met lege handen komen te staan.
De stuurgroep en de werkgroep van de vijf gemeenten en de provincie nemen slechts drie maanden de tijd om de bedrijfsterreinenvisie te onderbouwen. Daarna worden de conclusies opnieuw besproken in een volgende rondetafelbijeenkomst van de 13 West-Friese Gemeenten.