Pleidooi voor behoud van historische schoorsteen van smeltkaasfabriek

ingevoerd op 1-3-2005

Het VVD-raadslid Van Lunteren wil dat B&W nog eens kijken of de oude schoorsteen van de voormalige smeltkaasfabriek op de Oude Doelenkade bewaard kan blijven. Het College heeft overigens al een sloopvergunning verleend. Toch hoopt Van Lunteren dat er nog eens goed over nagedacht wordt.

Lees hier zijn oproep:

Aan het College van Burgemeester & Wethouders van Hoorn
Nieuwe Steen 1
Hoorn
Hoorn, 28 februari 2005
Betreft: Vragen ex Art. 37 RvO m.b.t. de fabrieksschoorsteen van de voormalige smeltkaasfabriek.

Geacht College,
Op het perceel achter Oude Doelenkade 7 staat nog altijd de fabrieksschoorsteen van de voormalige smeltkaasfabriek. Het is een van de weinige zichtbare herinneringen aan de tijd dat industrie in onze binnenstad nog voorkwam. In het laatste kwart van de 20ste eeuw zijn alle industrie, vrijwel alle ambachtelijke activiteiten en ook de lange tijd voor onze stad zo kenmerkende kaasopslag en –handel uit de binnenstad verdwenen.
Gezien de nieuwere gedachten over wat er wel en niet kan in een binnenstad als de onze zijn dat op zich logische en te verwachten ontwikkelingen. Tegelijkertijd is het toch ook geen slechte gedachte iets van dit verleden, ook het meer recente verleden, zichtbaar te laten voortbestaan in de binnenstad. Immers, de rijke historie van Hoorn is door veel meer dan alleen VOC en WIC bepaald.
Gelukkig is doelbewust in het Museum van de Twintigste Eeuw, gevestigd in voormalige kaaspakhuizen, de geschiedenis van die panden en daarmee de geschiedenis van Hoorn als niet onbelangrijke kaasstad, zichtbaar in stand gehouden.
Genoemde schoorsteen is een tweede representant van ons kaasverleden en een representant van ons binnenstedelijk industrieel verleden.
Echter, op bedrijfseconomische gronden, die als zodanig natuurlijk te begrijpen zijn, willen de huidige eigenaren af van de lasten die het in stand houden van de schoorsteen met zich meebrengen. Ik ken de eigenaren goed genoeg om te weten dat zij dat besluit niet lichtvaardig genomen hebben.
In uw vergadering van 7 december jongstleden hebt u besloten een sloopvergunning voor de schoorsteen af te geven. Dit besluit is terug te vinden onder nummer 04.23043 van de besluitenlijst van die vergadering.
Iedereen die mij enigszins kent zal niet verbaasd zijn dat ik een dergelijk besluit uitermate betreur. Mijn voorliefde voor industrieel en commercieel erfgoed, als onderdelen van het grotere geheel van ons cultureel erfgoed, brengt met zich mee dat ik graag eerst nog eens kijk naar mogelijkheden tot behoud, alvorens tot sloop over te gaan. En als het erfgoed in kwestie dan ook nog in “mijn” stad staat, dan zit ik bij het idee van sloop al gauw boven in de gordijnen.
Pas wanneer alle deskundigen zeggen dat behoud geen reële mogelijkheid is, leg ik mij met gepaste tegenzin bij het voldongen feit neer. Ter illustratie, ik dacht dat iets dergelijks zich had voorgedaan bij Dorpsstraat 143.

Voor de schoorsteen is het mijns inziens nog te vroeg voor die conclusie, al hoewel het wel erg dicht tegen twaalven loopt. Zoals al gesteld een sloopvergunning is afgegeven en gepubliceerd. Voor bezwaren is het al te laat. Slechts een beroep op het goede burgerschap van de eigenaren zou nog kunnen werken. Aan dat goede burgerschap hoeft overigens niet getwijfeld te worden. De wijze waarop zij omgaan met hen onroerend eigendom in hun bezit spreekt wat dat betreft voor zich.
Naar ik van hen heb begrepen zouden zij ook nog aangeboden hebben een bijdrage te willen leveren voor het behoud van de schoorsteen en dat brengt mij tot de volgende vraag.
1. Is het u bekend dat de eigenaren van de schoorsteen een bijdrage in het behoud hadden willen leveren en zo ja, hoe is er door u op dat aanbod gereageerd?
De schoorsteen is in toenemende mate bouwvallig met alle potentiële gevaren die dat met zich meebrengt. Slechts een relatief kostbare restauratie kan dat tij keren.
Nu zijn er natuurlijk meerdere instellingen die zich met behoud van het cultureel erfgoed bezig houden.
Zo bestaat er de Stichting Fabrieksschoorstenen (STIF) die zich bezig houdt met het behoud van een representatieve selectie van schoorstenen in Nederland en het verzamelen van documentatie.
2. Is uw college op de hoogte van het bestaan van STIF en zo ja, is er met hun contact geweest over deze schoorsteen?
Daarnaast kan ik mij voorstellen dat er in Hoorn een zekere mate van draagkracht en bereidwilligheid zou zijn met betrekking tot het behoud van deze schoorsteen.
Ook de Vereniging Oud Hoorn heeft, bij monde van haar voorzitter, zich uitgesproken voor het behoud van de schoorsteen en is wellicht zelf, dan wel haar leden, bereid een bijdrage te leveren.
3. Bent u met mij van mening dat het ten minste de moeite waard is te onderzoeken of een gerichte gezamenlijke krachtsinspanning alsnog tot behoud van de schoorsteen zou kunnen leiden?
Ten slotte, op het grondgebied van de nieuw te bouwen wijk Bangert & Oosterpolder staan ook nog twee oude schoorstenen, overblijfselen van de vroegere, voor dit gebied zo kenmerkende glastuinbouw.
4. Leven er bij uw college ideeën over wat er met deze schoorstenen gaat gebeuren en zo ja, mogen wij dan kennis nemen van die ideeën?
In afwachting van uw, hopelijk tijdige, reactie,
Hoogachtend,

Harry van Lunteren - Raadslid