Toch weer zilver in Westfries Museum

”Het is niet alles zilver wat er blinkt”

Terwijl er nog geen spoor is van de vele op 10 januari gestolen stukken zilver (en schilderijen), toont het Westfries Museum binnenkort veel zilver. De expositie, met de toepasselijke titel ”Het is niet alles zilver wat er blinkt”, toont exclusief bestek, schepwerk, thee- en koffiepotten afgewisseld met regelrechte pronkstukken, zoals die vroeger in de ‘herenkamer’ werden gebruikt. Ook is er uniek zilverwerk te zien voor op tafel, zoals rook- en likeurstellen.

Blijkbaar is er het nodige aan de beveiliging gedaan want de expositie omvat veel particuliere bruiklenen en voorwerpen uit collecties zoals het Koninklijk Huisarchief.

In de Twintigste Eeuw kwamen naast puur zilveren voorwerpen ook allerlei verzilverde en op zilver lijkende voorwerpen op de markt. Dat betekende dat “zilveren” voorwerpen en met name cassettes zoals van Gero en Sola binnen het bereik van de smallere beurs kwamen. Menig bruidspaar pronkte met een schitterende cassette waarbij de gasten zich het hoofd braken over de vraag in hoeverre er sprake was van puur zilver, verzilverde voorwerpen of andere metalen zoals roestvrij staal.
Directies die zich bewust waren van de mogelijkheid hun artikelen onder een breed publiek te brengen besteedden veel aandacht aan de vormgeving waartoe ontwerpers zoals Andries Copier, Jan Eisenloeffel en Rinze Hamstra werden aangetrokken.
In de praktijk koos het grote publiek echter voor de klassieke vormen, zodat ontwerpen uit de jaren twintig tot vijftig ware ’collector’s items’ zijn geworden.
Schoonhoven was vanaf de 17de eeuw de zilverstad bij uitstek. In de twintigste eeuw werd zilver en imitatiezilver ook in centra vervaardigd zoals Rotterdam, Voorschoten, Amsterdam, Hoorn (firma’s Van Straten en Rozendaal) en Zeist (Gero en Sola). Wat Zeist betreft is het precies honderd jaar geleden dat er zich de eerste zilverfabriek vestigde. Aanleiding voor de tentoonstelling die nu achtereenvolgens slechts in Zeist en Hoorn te zien is.

Met foto’s en historische filmpjes worden de werkomstandigheden in het begin van de 19de eeuw getoond. Bij de expositie verschijnt een fraai boek.