”op de fiets het burgemeestershazenpad”

ingevoerd op 26-5-2005

Geregeld schrijft onze burgemeester over zijn belevenissen in Hoorn. Dat doet hij op zijn WEBLOG op de gemeentelijke site www.hoorn.nl en aangezien niet iedereen die dagelijks leest, hierbij eens een leuk verslag van onze ”burrie”...


Ik ben er weer eens. Velen hebben mij gemaand te schrijven. Terecht. Vandaar dat u later deze week nog een extraatje krijgt, lichtvoetig over het referendum. Mijn voeten zelf zijn op het moment iets minder. Ik heb mezelf goed uitgewoond op de 10 kilometer van de Marathon van Hoorn en wil met name Frits van der Werff bedanken die mij letterlijk uit de wind heeft gehouden. We zijn allebei binnen onze streeftijd geëindigd Volgend jaar nog beter. Ik vond het een feest in de stad. Met name ook door de festiviteiten van de Showband. Wat een sfeer. Daarbij promoveerden HSV-sport, Westfriezen en het zaterdagteam van Hollandia dit weekend ook nog eens. Iedereen van harte gefeliciteerd.
We praten veel over de binnenstad, binnenkort weer op een speciale themadag. Hoe langer ik er woon, hoe leuker ik het vind. De binnenstad kent z’n eb en z’n vloed. Het kan er heel druk zijn en het kan er muisstil zijn. En juist dat contrast spreekt mij aan. Het is in de binnenstad van Hoorn vaak stiller dan aan de Nieuwkoopse Plassen, waar we eerst woonden. En dat is nota bene een Europees Natuurgebied. Het meeste geluid hier maakt de zich terugtrekkende mensenvloed, vaak een spoor van afval achterlatend. Dan komen de veegploegen als steltlopers om alles op te pikken en keert de rust weer. Ik merk het “thuis zijn” ook aan mijn gezin. De kinderen worden Hoornse binnenstadsmeisjes en het is altijd een groot plezier om met hen rond te lopen. Zij kennen weer heel andere (kleine) mensen dan ik. Zo sta je dan plots met de helft van een meisjes hockeyteam te praten, stemmig blauw en wit, behangen met medailles voor de zesde (!) plaats. Eén daarvan herken ik al. Zij riep bij onze eerste ontmoeting vol ongeloof en met de vinger wijzend: ”Is dat de burgemeester!?” Ik koos beschaamd en schielijk op de fiets het burgemeestershazenpad, verscholen onder inderdaad een a-typisch hoofddeksel. Deze keer slaag ik voor het burgemeesterexamen. Ik heb mijn jasje aan en beperk mij tot minzaam zwijgen, “hm hm” en “zo zo” en doe ook verder geen gekke dingen. Ook mijn dochters stellen dat op prijs.
Andere ontmoetingen zijn er natuurlijk ook. Zo rijdt er bij mijn late avondwandeling (23.30) zomaar een auto het Oosterplantsoen in. Tsja, dan is altijd weer de keuze iets doen of niets doen. Niets doen schijnt veel verstandiger te zijn, maar ik vind dat zo niks. Dus maar even met lichte adrenaline naar het donkere autoraampje gelopen. Ik klop eens aan. Drie jongens buigen zich min of meer gezamenlijk naar buiten. Nieuwsgierig. Kort en krachtig zet ik uiteen: niet parkeren, als iedereen dat gaat doen, puinzooi, kan echt niet jongens. “Meneer, wij verplaatsen de auto.” “Daar wil ik graag bij zijn,” laat ik weten. “Meneer, dan kunt u lang wachten.” Ik laat dienstverlenend weten dan toch maar even de politie te bellen en het nummerbord te noteren. “Och, die komt dan over twee uur.” Ik zeg dat dat echt reuze meevalt en overhandig mijn rampenidentiteitsbewijs. Een klaterend en aanstekelijk gelach klinkt uit de auto alsof ze alledrie gekieteld worden. Het is ook een mop, de burgemeester zelf en dat om 23.30 uur. Enfin, de auto vertrekt en wij wuiven elkaar na. Een eenmalige ontmoeting? Je weet maar nooit.
Vandaag was een mooie fietsdag naar het werk. Vier mensen tegengekomen die ik ken en tegen wie ik dus “dag” mag zeggen. Mijn streefgetal is vijf. Daar leef ik van op, mensen die ik ken gedag zeggen. Ik heb mijn streefgetal nog nooit gehaald. Doe mij dus een plezier en zwaai naar me op de Koepoortsweg. Mijn vrouw en ik zijn ooit op een vergelijkbare wijze begonnen.
P.S.
Nog een schitterend verhaal dat ik u niet wil onthouden. Bij het Leefbaarheidsoverleg Risdam Noord spreken we over de beroemde en beruchte campus voor voortgezet onderwijs. Na een gedegen uiteenzetting van raadslid Siemen van der Meer (CDA) vraagt een van de bewoners van woonwagencentrum de Hoornbloem waarom er in hemelsnaam toch 5000 “Kampurs” in Hoorn bij moeten komen. Mooi! Zeker nu de door het misverstand getroffene daar zelf ook buitengewoon om moest lachen.

Met vriendelijke groet,
Onno van Veldhuizen,
23 mei 2005