Raadsfracties willen informatie over beveiliging Westfries Museum

”Hoorn weer slecht in het nieuws”

Vier Hoornse raadsfracties willen nu wel eens duidelijkheid over de beveiliging van het Westfries Museum. Ze hebben het idee niet goed geinformeerd te worden door verantwoordelijk wethouder Tonnaer. CDA, D66, VOCH en VVD willen binnen een maand een rapportage ontvangen. De raadsleden reageren naar aanleiding van een artikel in De Telegraaf over de slechte beveiliging van musea. Daarin wordt ook gesproken over het Hoornse Westfries Museum, waar dit voorjaar voor tien miljoen euro aan kunstschatten werd ontvreemd.

Lees hier de brief van de fracties:


Betreft: vragen ex. artikel 38 reglement van orde gemeenteraad

Hoorn, 4 augustus 2005

Geacht college,

Ondergetekenden schrijven u deze brief mede naar aanleiding van het artikel dat onder de kop ‘kunstschatten voor het grijpen’ afgelopen zaterdag 30 juli is verschenen in De Telegraaf. Hierin wordt ingegaan op de inbraak die op 10 januari jl. plaatsvond in het Westfries Museum. Vandaag, 4 augustus, staat er weer een stuk in dezelfde krant hierover.
Wij zijn zeer onaangenaam verrast door deze stukken, zowel door de artikelen zelf als door de uitspraken die de wethouder daarin doet.

Dit komt bovenop vragen die toch al enige tijd bij ons leven.
Gaarne willen wij op zeer korte termijn antwoord op de volgende vragen:

1. Waarom heeft de wethouder de raad niet vooraf geïnformeerd over het verschijnen van de artikelen in een landelijk dagblad? Hij is toch benaderd door een journalist en wist dus dat de Telegraaf erover zou gaan publiceren. Informeren vooraf (desnoods per mail) vinden wij in zo’n geval gewoon nodig. Nu werd de raad erdoor verrast en dat had niet gehoeven.

2. Hoe is het, ervan uitgaande dat de wethouder juist geciteerd is, mogelijk dat de wethouder op deze manier uitspraken doet in een landelijke krant?
De artikelen gaan over een inbraak bij het Museon in Den Haag en de inbraak in het Westfries Museum. In de stukken staat geen enkel ‘Haags’ citaat. Helaas staan de artikelen wel vol met citaten van de Hoornse wethouder (en de museumdirecteur). Hoorn is door deze artikelen landelijk zeer slecht in het nieuws gekomen. De uitspraken van de wethouder in de artikelen dragen daar fors toe bij. Wij zetten vraagtekens bij de mate van professionaliteit waarmee de wethouder in dit geval met de media is omgegaan. Hoe kijkt de wethouder hier zelf tegenaan? Waarom heeft hij überhaupt meegewerkt aan het interview? Wist de wethouder vooraf dat de museumdirecteur de krant ook te woord zou staan?

We lezen dat de Telegraaf inzage heeft gehad in het rechercherapport over de inbraak. De krant heeft de wethouder met informatie uit dat rapport geconfronteerd en hem om een reactie gevraagd. De wethouder is daarop ingegaan en geeft er daarbij ook blijk van kennis te hebben van bepaalde zaken (o.a. het afplakken van de sensoren), die voor zover wij weten nooit door de wethouder ter kennis zijn gebracht van de raad. De raad is sowieso niet bepaald ruim bedeeld met informatie over de toedracht en nasleep van de inbraak.
Als raadsleden maken wij ernstig bezwaar tegen deze gang van zaken. Wij wensen dit soort dingen niet op deze manier via een krant te vernemen. We hebben het hier namelijk wel over een inbraak in een gemeentelijk museum, die zowel cultureel als financieel een enorme strop is voor de stad en die de gemoederen in onze stad behoorlijk heeft beziggehouden (en dat nog altijd doet).

Daarom willen we nu volledige openheid naar de raad toe. Wij verwachten van de wethouder uiterlijk tien dagen voor de eerstvolgende raadsvergadering op 6 september een rapportage over deze materie. Dan kunnen we in die raadsvergadering naar aanleiding van de rapportage een behoorlijk debat hebben. In dat debat gaan we dan verder op de inhoudelijke kant van de zaak in. Bijvoorbeeld op uitspraken van de wethouder dat de alarminstallatie van het museum ‘adequaat’ was, maar ‘helaas wel te manipuleren’. Het is voor ons erg lastig daar enige logica in te ontdekken.
Mocht de door ons gevraagde rapportage uitblijven, dan zullen we de wethouder daarover interpelleren in genoemde raadsvergadering.
De rapportage moet alle relevante feiten bevatten, ingaan op de in de Telegraaf gedane beweringen over de inbraak en verder in ieder geval ingaan op de volgende zaken en vragen:
- Hoe ziet de toedracht en nasleep van de inbraak eruit? De Telegraaf weet daar blijkbaar nu meer over dan wij als raadsleden.
- Hoe scoorde en scoort de beveiliging van het museum ten opzichte van vergelijkbare musea? Wat is gedaan met eerdere signalen dat de beveiliging van het museum niet (meer) voldeed?
- Wat is het mediabeleid rond de inbraak geweest?
-Zijn er inmiddels verbeteringen aangebracht aan het alarmsysteem van het museum?
zo ja, waarom? Het alarm was toch adequaat volgens de wethouder?
zo nee, waarom niet? Daar lijkt ons gezien de inbraak namelijk alle aanleiding voor.
-Hoe ziet de (politieke) verantwoordelijkheidsverdeling rond (de beveiliging van) het museum eruit?
-Waarom heeft de raad tot nu toe zo weinig informatie gehad over de inbraak in het Westfries Museum? Dit mede gezien de actieve informatieplicht die wethouders hebben ten aanzien van de raad.
-Was de wethouder op de hoogte van (delen van) de inhoud van het rechercherapport?
Zo ja, waarom is de raad dan nergens over ingelicht, desnoods vertrouwelijk, terwijl de wethouder er wel met een krant over spreekt? Zo nee, waarom spreekt de wethouder dan met een journalist naar aanleiding van een rapport dat hij zelf niet kent en dat waarschijnlijk niet had mogen uitlekken lopende het onderzoek?
Heeft de wethouder met de leiding van het onderzoek (in casu de officier van justitie) contact gezocht, nadat hem duidelijk werd dat de journalist beschikte over het rechercherapport, of dat althans beweerde te hebben? Zo nee, waarom niet? Het is namelijk een relevant feit waarbij het toch voor de hand ligt om te communiceren met degene die het onderzoek leidt c.q. uitvoert.

We wachten de rapportage van de wethouder af. Beantwoording van eerder gestelde art. 37-vragen van D66 kan daarin wat ons betreft worden meegenomen.

Hoogachtend,

Jan van Ossenbruggen (VVD)    Michiel Pijl (CDA)
Cees van der Maat (VOCH)     Leo Pinxten (D66)