Jan Wortel, de stiefzwager van God (2)

14-1-2011 COLUMN Qwartjes Qwartiertje

COLUMN Qwartjes Qwartiertje

Wortel heette Jan Dudink, en kwam oorspronkelijk van Lutjebroek. Als enig kind van een merkwaardig steltje groeide hij op in een daglonershuisje dat ver van de Streekweg tussen de landerijen stond. Op school wilde het niet bijster boteren met de meesters en de leerstof. Jantje speelde toujours met een luciferdoosje, waar zijn zelfgemaakte popje in zat. Dat mocht best van hemzelf. Maar het schoot niet erg op. Voor de rest liep Jan college op de academie die ‘leven’ heet. Hoe hij in Hoorn was beland wist hij eigenlijk zelf niet meer goed. Maar plotseling vond hij zichzelf terug, ergens in een zolderwoning aan het Gerritsland.
.
Over die episode kon Jan onbetamelijk uit zijn slof schieten. Dan kreeg zijn anders zo zachte, bedeesde stem opeens het scherp-krassende timbre van een kwaaie ekster. De buurt roddelde jokleugens over hem. Dat hij vies was. En ’n rare. En dat er vier dode kindertjes op zijn zolder lagen. Hoe konden ze dat weten! Nou!? Nou!? Bij ontstentenis van gordijnen had Jan, zeer vindingrijk, hele batterijen wortelloof aan touwtjes voor zijn ramen gehangen. Stond heel netjes. En geen inkijk. Jan: “En toen gingen ze me uitschelden voor wortel. Jan Wortel. Dat sloeg nèrgens op!”
.
Naderhand woonde hij beneden, naast Greetje Berkeveld. Jan: “Wat zeg je? Verkèring? Ik? Met Gré? Verzelf niet!” En dan priemde hij de knokige wijsvinger van zijn rechterhand welhaast in Qwartje’s borst als hij weer eens met sproeiend speeksel zijn levensparool snerpte: “Alle woive benne hoere! Hòere! Hoor je moin!? Allegaar. Behalve Maria.” Jawel: hij dronk bij Greetje wel eens ’n kroes sterke thee. Maar dat was meer om haar in de gaten te houden. Want Gré was wel dégelijk ’n rare. Ook zij spaarde elpee’s. Op een nacht had ze die allemaal in haar kinderwagen geplempt, en had ze bij het hertenkamp aan de eendjes gevoerd. Ze had daarbij zeer luid “Kloe-kloe-kloe-kloeoeoe!“ geroepen, zodat herten en drijfvogels dodelijk geschrokken tegen het gaas waren gestoven. “Dan ben je niet goed bij je hoofd”, luidde Jan’s diagnose.
.
Greetje had een weckfles halfvol rattekruid in haar keukentje. Een omstandigheid die Wortel permanent argwaan inblies. Hij dronk dan ook nimmer thee die ze reeds had gebrouwen; hij wilde het haar zien zetten. “Want Greetje”, betoogde Wortel fel, “was een vrouw, dus tot alles in staat. Jawel: ook tot Wortelvergiftiging, en eigenmoord.” Het winterde toen het waxientje van Greetje Berkeveld weken achtereen uitbleef. Dat werd onpluis, dat voelde Jan Wortel heel fijntjes aan z’n water. Hij gooide steentjes tegen haar raam. Op haar dak. Geen soulaas. Daar werd Jan zeer nerveus van. Na vijf weken verschaften instanties zich toegang. Greetje lag al die tijd wijlen Greetje te zijn. “De weckfles”, zei Wortel, “was leeg. En Gré was vol.” Het waren Jan Dudink’s woorden.
.
Op een mooie middag inviteerde hij me in zijn Heiligste der Heiligen, op de bovenverdieping. Twee ruimten. Eerst Wortel’s slaapvertrek met ’n eenpersoons bed en stapels, stàpels elpee’s. Dan, achter een deur… het Hemelse Walhalla  van Wortel. Een volledig ingericht priesterkoor van een rooms-katholieke kerk. Spic and span, stofvrij, zilverschoon. De wanden zwaar behangen met sacrale afbeeldingen en crucifixen waaraan de ene Jezus nog lamentabeler Zijn lijden uithing dan de andere. Kamerbreed een communiebank, compleet met bekussende knielplank. Daarachter, o wonder, het verhoogde altaar. Mèt tabernakel, waarin een monstrans. Alles tot de grond bekleed met witte, geborduurde, taft-achtige sierlakens. Een groot Christuskruis domineerde de achterwand. Terzijde hingen ’n paar rijk met zilver- en goudbrokaat bestikte kazuifels. En er prijkte een bisschops-staf.
.
Jan Wortel strààlde.
.
Hij legde een peenvinger op zijn lippen, en besloop na het slaan van een kruisteken eerbiedig het tabernakel. Daar haalde hij een kistje uit, plaatste het op de communiebank, en opende het. Op een fluwelen binnenkussentje lag de Heilige Graal van de kluizenaar in De Waal: een knoert van ‘n ring met fonkelende steen. “Hij is echt”, fluisterde Jan. “Gekregen. Van een bisschop. De staf is ook echt. Heilig hout.” Hij borg het kleinood weer zorgvuldig op. Het luciferdoosje-met-popje was een mahoniehouten kistje-met-ring geworden. Wortel’s kinderspel had zich verdiept tot iets hogers.
.
Jan demonstreerde vervolgens zijn zondagritueel. Daartoe knielde hij devoot voor de communiebank, tilde het overhangende kleed daarvan op, en onthulde een listig verborgen radio-apparaat. Hij draaide de aanknop ’n slag, en er klonk muziek. “Zondagochtends is dat de Heilige Mis”, zei hij. “Precies om negen uur. Ik zing het Kyrië en het Gloria altijd luid mee. En voor de consecratie heb ik deze bel.” Hij reikte terzijde, greep een tafelbel, en klingelde daar ferm mee. “Hiek Est Eeniem Korpoes Meejoem!”, Latijnde hij hoog en opgetogen. Klàk! Radio uit. Hij beklom andermaal de altaarvloer, schoof een schuin boven het tabernakel hangend gordijntje terzijde, en ziedaar: een warempels televisietoestel. “Dàt had je niet gedacht hè?”, glunderde hij omkijkend. “Na de radio-mis komt altijd de televisie-mis. Die volg ik dan ook. Dan doe ik de priester na. Nee, dan bèn ik de priester. En daar heeft niemand wat mee nodig”, besloot hij abrupt wat bitsig.
.
Zo clochard-achtig als hij door de boze buitenwereld schimde, zo waardig rees de eerwaarde Wortel daar op in de Rembrandteske couleur locale van zijn eigen Hiernamaals. In een speciaal daartoe gereed hangende lange broek, jazeker! Een kwezel in zijn kluiskerk. Jan Wortel, de Mariaminnende man Gods, heeft nog enkele jaren aan dat Pelmolenpad gewoond en gekerkt. Buren hoorden hem op zomerstille zondagochtenden wel eens met gierende uithalen iets roepen als “Mee Jààà Maksie Mààà Koel Pààà!”. Dan wezen ze maar weer eens op hun voorhoofd. Wortel takelde ineens in rap tempo af. Een lelijke open wond aan zijn rechter scheenbeen had hij met een plastic zak omwikkeld. Zo strompelde hij door. Van dokters wilde hij niks weten. Moordenaars. Eten deed-ie niet meer zo vaak. Beredderende dames als Miep Krijgsman en mevrouw Ploeg, die met pannetjes warme etens aan zijn deur stonden, joeg hij kwattend van nijd stokzwaaiend van de wurft: “Hòere! Hòere!”
.
Op een kwade dag werd hij, per burgemeesters-decreet, uit zijn heremitage gelicht en in een Castricums paviljoen opgeborgen. Met de beste bedoelingen, dat zal heus wel. Ze hebben Jan in bad gestopt en eens duchtig geschrobd. Daar had zijn grootste uitwendige orgaan, zijn huid, niet van terug. Het leven vloeide uit Wortel weg. Nog eenmaal heb ik hem, kort voor zijn hemelvaart, terug gezien. Nota bene in De Keizerskroon. Met twee hulpverleners. Wortel met gekortwiekte en gekamde haartjes, in kostuum met wit overhemd en stropdas. Geen gezicht. Verstijfd, met wijdopen gesperde ogen zat hij daar als een dunne, uitgedoofde Paaskaars voor het raam. Boven een onaangeroerde kop groentensoep.
.
De missie betrof zijn huisje. Hij mocht nog éénmaal terug. Voor zijn Ring. En zijn Staf. Zeer kort daarna stierf  Jan Wortel, geboren Dudink. De Ring stevig in een knokige knuist geklemd. Hij paste aan geen enkele vinger.
.
Maria is sindsdien de hospita van een zachtaardige, onbevlekte kostganger.

Reacties
Reactie: (Fritz Hubert)
29-5-2016, 16:14
Ja, Jan Wortel en Gretje. Wat waren wij vroeger bang, maar tog hadden we hun vroeger vaak voor de gek gehouden en verstoppen achter het Penhuisje....bellen an de Deur en snel wegloopen. Mijn Opa en Oma Emmerink woonden toen op de Gerritsland. Het was een mooie jeugd, tegenover deze Computer-tijd! MijnVvrienden toen waren Simon Daneberg, W.Tacker, Bartje Nanings, Keesi, Ton de Wit, Hossi en nog veel meer....Deze tijd vergeet ik nooit meer;). Nouw woon ik alweer 38 jaar in Duitschland.Groetles aan die jeugdkennisse, die mijn nog kennen;)) Doeiiiiii

Reactie: (Fred)
15-12-2013, 20:54
Lappendag, 60er jaren. Om 7 uur i de winkel om de drie kramen voor de winkel vol te stouwen met schoenen, laarzen en kameelharen pantoffels met pompoen. Naast ons een man met keramieken ompotten ge"etaleerd op een drie etage hoge stellig. Altijd een vrolijke boel op de vroege moregen waar de

Reactie: (sylvia v/d h)
25-2-2011, 22:17
ik zie het nog voor me, toen we jong waren, gingen we met een groep
meiden zwemmen, bij het ijsselmeer.
en ja hoor, daar was hij ook.
in een wijde bruine soort broek, hij leek wel vol te zitten, met.........
maar ja hij ging dan het water in en stond er op een been, met zijn armen de schoolslag te doen en was op zijn manier aan het zwemmen.
dat beeld vergeet je niet meer.

Reactie: (Matthijs)
28-1-2011, 13:26
@Nico. Meesterlijk gevonden!

Reactie: (Sebas)
28-1-2011, 13:07
@F.Pol en @Qwartje: waar was de Konijnensteeg? Gerekend vanaf het kerkplein richting Zon welke steeg aan linker- of rechterkant? Er is daar wel een naamloze steeg (althans zonder straatnaambord) naar achterplaats met garageboxen (tussen Jeroenensteeg en Bagijnensteeg). Of hebben we het over de steeg achter het poortje tussen de nummers 35 en 53?

Reactie: (Nico Danenberg)
28-1-2011, 12:39
@quartje, Jan Wortel en Smit-Kroes:
Bijna tot leven gewekt. Samen op het podium in "apres ski" tennishal.
Zie poster rechtsboven.

Reactie: (F. Pol)
20-1-2011, 16:25
Ik heb mijn jeugd op het Gerritsland doorgebracht.
Greetje Berkeveld woonde met haar man Kees en haar zoon Clemens en dochtertje,ik meen dat haar naam Grietje was, in het eerste huis in de Konijnensteeg. Wat we van de oudere buurtbewoners hoorde werd het meisje uit huis geplaatst.Later was dit ook zo met Clemens
Heb ik dit mis,dan zal iemand hierop wel reageren denk ik.
Jan Dudink alias Willy Wortel woonde met zijn moeder in het 2e huisje in de steeg.
Na haar overlijden kwam Jan alleen te staan en heeft Greetje hem een tijdje min of meer onderhouden. Toen is hij naar het Pelmolenpad verhuisd.
Wat ik me nog goed kan herinneren is, als Greetje gepest werd, zij weleens van boven af haar pispot het raam leeg gooide

Reactie: (F.Pol)
20-1-2011, 16:09
Ik heb mijn jeugd op het Gerritsland doorgebracht.
Jan Dudink woonde met zijn moeder in de Konijnensteeg.
Op de hoek woonde Gre Berkeveld met haar man Kees zoon Clemens en
dochtertje, in meen dat ze Grietje heette

Reactie: (Sebas)
18-1-2011, 12:06
@ Maj: waarom niet, een neo-punkband (of folk) met de naam John Carrot and his magic musicians?

Reactie: (Ruud Emmerink)
18-1-2011, 09:21
prachtig,ik heb op de gerritsland gewoond vanaf mijn derde jaar tot mijn zeventiende dus heb ik heel veel met jongens van de buurt wortel en greetje boos gemaakt.Wortel rende dan achter ons aan wij klommen dan snel op het t.o.v.gelegen Pen-huisje,zo kon wortel ons niet te pakken krijgen,dan stond hij te schelden en te tieren en dat vonden wij toen natuurlijk grappig. Het steegje heet de konijnensteeg en op de andere hoek zat het snoepwinkeltje van Bakker,daar was het ook altijd grappig.Maar jammer dat er zoveel markante figuren inmiddels zijn overleden,maar er is nog genoeg om over te schrijven.
Dank Quartje voor dez mooie verhalen.p.s)wortel was geen kinderenlokker!!)groetjes Ruud Emmerink.

Reactie: (Marijke Braakman)
17-1-2011, 19:52
Mooi verhaal, petit Quart! (houden we erin,Leonie) Al kom ik oorspronkelijk niet uit Hoorn, de gang naar Wassenaar herinner ik me best, ik woonde op het hoekje van de Lange Kerkstraat. Dus zagen we Jan met regelmaat. Na het

verdwijnen uit het straatbeeld, van deze fantastische paradijsvogels is het op straat een stuk saaier. Leuk dus om deze herinneringen te mogen lezen! Dank.
Marijke Braakman p.s.
Wij hebben nog een fantastisch mooi schilderij van Jan Wortel, levensecht door Servaes Schoone, helaas ook al gaan hemelen.


Reactie: (Wally Ooms)
16-1-2011, 15:36
@Pieter Jansz. Coen

Ja, Rinus Wijs. De man met de pruillip.

Ik heb geen idee of Qwartje ook aan hem een item wil wijden, maar Rinus verstond wel de kunst van het aanwezig zijn in Hoorn. Bij elke gebeurtenis met publiek was Rinus nadrukkelijk aanwezig.

Ik heb wel eens mogen vernemen, dat Rinus niet echt Wijs heette, maar dat ie die toevoeging had gekregen, omdat ie nu eenmaal niet helemaal af was, een beetje prettig gestoord dus. Maar niet storend.

Om Rinus hangt nog steeds het gerucht, dat ie het ontberen van een vriendin eenvoudig ophief, door in het slachthuis zijn reguliere werkzaamheden uit te breiden met een diepteonderzoek bij de luid loeiende koeien en ook de schapen mochten zich verheugen in de belangstelling van de gretige Rinus. Of dit gepaard ging met bijbehorende lieflijke
influisteringen is niet bekend, maar het was voor de slachthuismedewerkers wel aanleiding tot het verzorgen van een uitgebreid bloedbad voor onze Rinus. Aan bloed geen gebrek in het slachthuis en op een kwaaie dag, zo wil het gerucht, verdween Rinus met een ferme boog in het bloedbad, waar ie luid protesterend weer uit is gekropen. Of de boodschap bij hem was overgekomen is niet bekend.

Rinus, zo wil een ander gerucht, greep de jongens waar ie voor de gezelligheid even langskwam als ze aan het sporten waren, gewoon in het kruis. Voor de grap natuurlijk. En van Rinus kon je het wel hebben.

We zagen hem inderdaad veelvuldig in Hoorn-Noord of in de binnenstad, maar volgens mij heeft ie ook op de Vollerswaal gewoond.

Reactie: (Matthijs)
16-1-2011, 12:40
Prachtige serie verhalen zo. In welk jaar is Jan Wortel overleden?

Wat me verder opvalt is dat er door menige Horinees met weemoed wordt teruggedacht aan het illustere duo, dat zij met zoveel verve en evenzoveel vasthoudendheid getreiterd hebben.

Zou dat stelselmatig, en door de hele samenleving gesteunde, treiteren misschien ook hebben bijgedragen aan de geestelijke toestand van deze personen? En waren er meer Horinezen die op deze manier geestelijk gemarteld werden, en later als markant figuur de kronieken van Qwartje kunnen sieren?

Reactie: (Ank Hendriks)
16-1-2011, 12:28
beste qwartje
Ook ik heb genoten van je verhaal over Jan Wortelen Greetje Berkeveld
Als kind hebben we deze mensen wel het leven zuur gemaakt,door tot vervelends aan toe te belletje trekken .
Als ze dan zo kwaad geworden waren werd de strondton weer eens geleegd door de steeg en over de stoep van het gerridsland.
Was dit niet afdoende dan kwam er ook nog een heilig beeld achter aan ,van die stukken konden we dan weer hele mooie hinkelbanen maken .
Genoemde( fidel castro)Clemes meurs was wel een zoon van Greetje Berkeveld.
bedankt voor dit mooie stukje jeugd sentiment . Ank

Reactie: (Sebas)
16-1-2011, 10:01
Mooi verhaal over een "buiten de maatschappij staande (lopende)" man. Maar ze horen / hoorden er wel bij. Daar gaat verdraagzaamheid om: weet ook het afwijkende of bijzondere te waarderen. Die instelling (opvatting) is schaars tegenwoordig...

Reactie: (Pieter Jansz. Coen)
16-1-2011, 09:57
@Pieter Jansz. Coen

Een filmische nagalm uit een de tijd waarin de diepvrieskip en staafmixer nog tot de absolute toppers van het vernuftig vermogen der mensch behoorden. Ook ik heb Jan Wortel nog in een oude doos van mijn herinnering zitten. Evenals Greetje Berkeveld. Zij werd overigens tijdens haar schommelgang door de stad vaak vergezeld door een jonger manspersoon die qua uitdossing eveneens de middelmaat ontsteeg. Lange pluisbaard, vechtpet, steevast een kloek formaat draagbare radio schetterend op zijn schouder. Mensen noemden hem Fidel Castro. Naar het schijnt betrof het hier Greetjes zoon(?).

Horinees Joep Spruit, wereldberoemd als toneelregisseur in Hoorn en wijde omgeving, was toentertijd een buurjongetje van Jan en Greetje aan het Gerritsland. Hij herinnert zich: “We gingen bij Greetje wel eens belletje trekken. Spannend. Maar als je pech had schoot opeens Jan Wortel tierend haar pandje uit. Dan had je maar te rennen voor je leven, want als-ie buiten zinnen was liep-ie de 100 meter in acht seconden. Het was een volksbuurt; iedereen leefde op straat en ‘wist’ alles van elkaar. Zo werd ook als vaststaand feit gelispeld dat Jan en Greetje het hele erge met elkaar deden. Wij kinderen werden voor het stel gewaarschuwd. Maar ja: je werd ook gewaarschuwd voor de Bullebak in de sloot. Die bestond achteraf ook niet.”

Dank, @Qwartje! Gaat u vooral zo door. Misschien is de figuur van Rinus Wijs uit Hoorn-Noord een kandidaat. Hij was bijvoorbeeld zeer bedreven in het uitschudden van koeienpensen in het gemeentelijk slachthuis. Wellicht weet @Wally Ooms, chroniqeur van dat stadsdeel, meer over deze man?



Reactie: (William van Kleef)
15-1-2011, 19:30
Beste Quartje, ik ben het heel vaak niet met u eens... Maar mocht u deze verhalen gaan bundelen en publiceren, dan ga ik ervoor in de rij staan. Gewoonweg prachtige verhalen die ik me zo voor de geest kan halen (en dat is raar omdat ik hier nog maar 6 jaar woon).

.

Reactie: (Jan Koelemeij)
15-1-2011, 18:46
Ik wist wel dat hij Jan Dudink heette, maar dat was ook zo’n beetje het enige dat ik van hem wist.
Ik speelde vroeger altijd rond zijn huis aan het einde van het Pelmolenpad, omdat een schoolvriendje daar woonde.
Wij noemden hem ook Lange Wortel en Catweazle. En we waren, als kind, bang voor hem. We dachten dat het een kinderlokker was. Onzin natuurlijk, maar een bizarre verschijning was het natuurlijk wel.

Reactie: (Wally Ooms)
15-1-2011, 16:55
Lange Wortel. Wat roept alleen al het horen van die naam niet bij je op?

Hij behoorde bij het straatbeeld. Als we de stad ingingen en we kwamen ‘m tegen, dan tikte je mekaar aan: “Kijk daar heb je Lange Wortel”. En niet zelden riep je hem dan toe: “Lange Wortel, Lange Wortel, Lange Wooortel”. En als ie er dan blijk van gaf, dat ie ons gehoord had, dan had je toch altijd een schrikreactie: “Als ie maar niet naar ons toekomt.”

De naam Lange Wortel werd inderdaad vaak in één adem genoemd met Greetje Berkeveld. Dit omdat ze eenzelfde schrikbeeld opriepen en niet zelden in elkaars gezelschap werden waargenomen. Ik heb het verhaal, dat over Lange Wortel ooit is verschenen in een regionale krant, verslonden. Alles wilde ik, en met mij vele anderen, van hem weten.

Samen met mijn broer had ik in de binnenstad van Hoorn een krantenwijk, waar ook het Gerritsland bijhoorde. Ik had er uit tactische overwegingen al voor gezorgd, dat ik niet de kant van Lange Wortel en Greetje had, want ik piekerde er niet over om daar in de buurt te komen. Aan de overkant lopen vond ik al eng genoeg. Mijn broer, die dus wel gehouden was om daar de krant in de bus te stoppen, wilde dat om nooit uitgesproken redenen nog wel eens overslaan, doch dat kwam hem op enig moment duur te staan. Want Greetje had stiekem vanachter het gordijn zitten loeren of ze weer zou worden overgeslagen. Toen dat wederom het geval was, stormde ze naar buiten en sprak mijn broer daar op aan. Zelf sloeg ik dit schouwspel op veilige afstand gade. Om zich enigszins uit z’n penibele situatie te redden riep m’n broer naar me, met z’n vinger naar beneden wijzend, waar Greetje, die klein van stuk was, zich bevond: “Krijgt dit ook een krant?” Ik bevestigde dat, waarna de overdracht plaatsvond en Greetje namokkend in haar stulp verdween.
Niet veel later zijn we gestopt met de krantenwijk. Ondanks dat we het nooit over het incident hadden gehad. Daar praat je als stoere jongens natuurlijk ook niet over. Alsof zo’n vrouw enige indruk op ons maakte. Poeh.

Ik heb bij m’n kinderen wel eens een verhaal opgehangen, hoe dat nou eigenlijk zit met dat ene kromgebogen vrouwtje, dat door zo’n verlaten Frans dorpje stiefelt. Ik vertelde ze, dat ze daar een vergoeding voor kreeg van het Syndicate d’Initiatives. Van de lokale VVV dus. Om aldus telkens als er toeristen in aantocht waren behoedzaam de straat op te schuifelen, om toch vooral te voldoen aan de sluimerende wens van passanten om zo iemand in beeld te krijgen. Liefst nog met een bos hout op de rug. Dan was het plaatje helemaal compleet.

Lange Wortel en Greetje Berkeveld deden het geheel vrijwillig en waren zich er nimmer van bewust, dat ze door alleen maar op straat te lopen een spektakelstuk van de eerste orde vormden.

Lange Wortel en Greetje Berkeveld. We zijn ze veel dank verschuldigd.

Reactie: (out)
15-1-2011, 14:03
we woonden vroeger in de Bagijnensteeg en een stukje om de hoek aan het Gerritsland woonde Gre.Als Jan op de thee was zullen we maar zeggen, kregen ze op een gegeven moment altijd weer laaiende ruzie. Als je op zo’n ongelukkig moment voorbij ging, dan liep je het risico om een volgescheten nog warme pispot in je nek te krijgen, want die smeet Gre zo door de ramen heen op straat.Als je stond te klieren en Jan kwam naar buiten dan gooide hij een steen naar je kop toe waarbij hij niet keek op een klinkertje..prachtig verhaal !!!!!!

Reactie: (apoela)
15-1-2011, 13:04
Wat een prachtig verhaal weer. Ik wist dat je geweldig kon schrijven,maar dit heeft mij ontroerd.Ik heb hem ook gekend en vaak gezien. Quartje bedankt en liefs.

Reactie: (Joke)
15-1-2011, 12:12
Waarde @qwartje wat een prachtig verhaal weer. Wat kun je het toch mooi verwoorden.
vriendelijke groeten van je trouwe fan,
Joke van der Meij

Reactie: (t.egel)
15-1-2011, 11:14
@ Qwartje, geweldig, mijn hoornse hartje gaat eindelijk weer sneller kloppen.
Wat zullen we deze man vroeger veel gepest hebben!!!!
Kwam hij met die lange stelten achter ons aanlopen!!
Geweldig deze bijdrage van U

Reactie: (Maj)
15-1-2011, 09:54
De dorpsgek van het Limburgse America heette Rowwen Hèze, maar ik kan me haast niet voorstellen dat een nieuwe groep uit muziekstad Hoorn zich Jan Wortel gaat noemen. Hoewel...

Overigens geniet ik zeer van uw stukjes, @Quartje. Dank u!

Reactie: (Monique)
14-1-2011, 23:20
Toch mis ik dit soort ’stadsfiguren’. Zo extreem zien we ze niet meer. Ik was als kind doodsbang voor Lange Wortel.

Ik weet uit zeer zeer betrouwbare bron dat het echt heel goor was in het huis van Lange Wortel :S

Reactie: (ruud van Vliet)
14-1-2011, 23:02
Prachtig" ik zie hem zo weer voor mijn geest.
Dank!

Reactie: (Leonie)
14-1-2011, 20:44
Wat een fantastisch verhaal en wat prachtig geschreven. Je bent een fan rijker Petit Quart.