Minister: Hoorn had zaak Project-X-tweet moeten voortzetten

31-1-2013

HOORN - Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten, is het niet eens met burgemeester Van Veldhuizen van Hoorn dat er in de zaak rond de Project-X-tweeter sprake is van een juridische lacune. De minister vindt dat Hoorn wel een procedure had moeten aanspannen, maar die wilde dat niet omdat de kans van slagen klein zou zijn.

In antwoord op Tweede Kamer-vragen stelt Minister Opstelten: ”Het is echter prematuur om over een juridische lacune te spreken, zolang de rechter zich hier niet over heeft uitgelaten, en de vraag of er - in de woorden van de burgemeester van Hoorn - sprake is van een
juridische lacune, kan alleen beantwoord worden door een zaak als deze aan de rechter voor te leggen. Te bedenken valt daarbij dat er reeds civiele procedures gevoerd zijn waarbij met succes de kosten van politie-inzet zijn verhaald.”

Volgens de minister had de gemeente Hoorn de rechtszaak toch beter kunnen doorzetten teneinde duidelijkheid te verkrijgen omtrent het verhalen van schade in dit soort gevallen. Hoorn had de zaak aan het ministerie voorgelegd. Minister Opstelten daarover: ”Daaruit blijkt niet dat een eventuele gerechtelijke procedure kansloos zou zijn. De kans van slagen wordt in deze zaak geschat op minder dan 35%.”

De gemeente Hoorn meldde in december 2012 na onderzoek de 30.000 euro aan kosten die zouden zijn gemaakt na de oproep tot een Project X-feest niet te kunnen verhalen op een 16-jarige jongen. De jongen stuurde twee dagen na de Project X-rellen in Haren een tweet waarin hij opriep tot een Project X-feest in Hoorn. Uiteindelijk gebeurde er vrij weinig in Hoorn, maar de politie had wel opgeschaald om een scenario als in Haren te voorkomen. Deze operatie heeft de gemeente naar eigen zeggen 30.000 euro gekost en die kosten wilde burgemeester Onno Veldhuizen aanvankelijk verhalen op de 16-jarige jongen.

De minister meldt in zijn antwoord op de kamervragen verder: ”De inzet van de politie vond in dit geval aanleiding in een oproep tot een ‘Project X-feest”. Te bedenken valt dat de inzet van de politie in heel veel gevallen aanleiding vindt in andere al of niet onrechtmatige gedragingen. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van de politie naar aanleiding van verkeersovertredingen, familie- en burenruzies, vechtpartijen etc. De vraag of het verhaal van de kosten van politie-inzet vergemakkelijkt moet kunnen worden, heeft derhalve een veel breder bereik dan alleen de oproep van een ‘Project Xfeest’. Die vraag is bij verschillende gelegenheden nadrukkelijk aan de orde geweest. De opvatting was toen steeds dat verhaal van dergelijke kosten niet mogelijk zou moeten zijn omdat het hier gaat om activiteiten die tot de kerntaak van de overheid moeten worden gerekend. Als uitgangspunt ben ik nog steeds van mening dat om die reden de kosten van handhaving van de openbare orde en veiligheid en de kosten van opsporing door de overheid worden gedragen. In bijzondere gevallen meen ik evenwel dat een uitzondering op dit uitgangspunt gerechtvaardigd is. De door de Hoge Raad ontwikkelde doorkruisingsleer staat ook uitzonderingen toe op dit uitgangspunt en er worden in de rechtspraak ook uitzonderingen aangenomen.”




Reacties
Reactie: (Constance Velthuijs)
1-2-2013, 09:27
Onze burgermeester heeft gelijk! Proceskosten niet te overzien en inderdaad, jurisprudentie ten faveure van Opstelten.En van een 16 jarige valt geen cent te verwachten! Ook niet van de ouders, want deze knaap is in staat zelfstandig te denken op 16 jarige leeftijd!

Reactie: (Juliette Schouten)
31-1-2013, 10:18
Alsof we meneer Opstelten serieus moeten nemen, die man begint behoorlijk af te takelen net zoals zovelen in de regering.

Reactie: (Ko Boos)
31-1-2013, 09:20
Anders gezegd: de kans van niet-slagen was ruim 65% geweest. Te bedenken valt - om het stoplapje van Opsteltens repliekambtenaar maar even te volgen - dat Hoorn zich zou hebben opgezadeld met proceskosten van een nagenoeg kansloze zaak. Te bedenken valt tevens dat het ministerie Hoorn voor het karretje had willen spannen om eventueel gratis jurisprudentie binnen te slepen. Te bedenken valt voorts nog dat Onno van Veldhuizen ‘dus’ gelijk had. Tenslotte valt te bedenken dat het ministerie maar een gevalletje moet afwachten waarin zij zelf partij is.