Arbeidsmigranten en huisjesmelkers

Column van Sjaak Grosthuizen

HOORNGIDS | Huisjesmelkers zijn boeven. Ik kan er echt niet meer onderuit om anders te denken. Was het maar alleen Trump die als vastgoedmagnaat elke dag vele malen bewijst dat deze gedachte volkomen terecht is, of in ons land ex-VVD-kamerlid Van Haga of brillemans van koninklijke bloede. Huisjesmelkers zijn de mensen die het verhuren niet slechts zien als een fatsoenlijk verdienmodel, maar als een binnenloopmodel. Het mag allemaal, vaak volkomen legaal en toch is het boeventuig.

Ik sta gelukkig niet alleen in deze constatering, sterker nog: ik ben juist door berichten uit de media en commentaren op huisjesmelkersberichten tot deze ernstige slotsom gekomen. Het verhuren van woonruimte tegen prijzen die marktconform zijn lijkt de gewoonste zaak van de wereld. Marktconform klinkt niet als een vloek, maar dat is het des te meer. Marktconform is de typering die steevast wordt meegegeven bij berichten over exorbitante beloningen van CEO’s en dus ook bij huuruitbuiting.

Kennen wij dit fenomeen ook in ons bijna slaperige provinciestadje? Ongetwijfeld! Zeker op het gebied van huizen-opkoop-en-dure-verhuurzaken. De afgelopen vergadering van de Hoornse raadscommissie was daar voor een flink deel mee gevuld. De agenda vermeldde dat het over het verhuren van woonruimte aan arbeidsmigranten zou gaan. Dat loopt hier en daar en met name in de vogelbuurt behoorlijk uit de hand. Om de zaken netjes, coulant en inlevend te kunnen regelen stelde het stadsbestuur voorwaarden op om ook arbeidsmigranten – een fraai woord voor Polen - woonruimte te gunnen met bijpassende regels en tegelijkertijd werden ook controle en handhaving geregeld.

Wanneer je vier Poolse jongemannen in een huis plaatst, schijn je ervan te moeten uitgaan, dat dit overlast oplevert. Overmatig drankgebruik, rommel en herrie lijken zich onherroepelijk binnen te dringen in de profielen van hun voetafdruk in onze maatschappij. Zij verblijven slechts enkele maanden hier en verkassen dan naar een andere plek waar geld te verdienen valt. Door controle en handhaving lijkt het er echter op, dat ernstige overlast veelal uitblijft en betonen de jonge mensen zich keurige, gezellige en meelevende buurtgenoten.

Naast gereguleerd verhuur zoeken arbeidsbureaus voor arbeidsmigranten een eigen weg. Met een scherpe neus voor te koop komende rijtjeshuizen kopen zij woningen op en plaatsen daar net zoveel jongeren in als erin passen. Wanneer zij op tijd de huur afdragen, is er niets aan de hand. Geen controle, geen handhaving en geen passende maatregelen wanneer het voor de buurtbewoners niet zo prettig wordt.

Onze raadsfracties hebben de klachten van bewoners gehoord en de zorg uitgesproken over de ruimte die  ondernemers zich in de maatschappij toe-eigenen om de winstmarges wat op te schroeven. Dan is het verkwikkend om te merken dat insprekers over het onderwerp en sprekers namens de fracties zich niet beklagen over tsunami’s van arbeidsmigranten die het maar vertikken om een ietsepietsie te integreren, maar toe willen werken naar oplossingen die voor de ingeburgerde burgers en arbeidsmigranten het werken en leven een stuk aangenamer maken. En dat ondernemend Westfriesland van een win-win oplossing een verdienmodel kunnen maken met woon- en ontspanningsgenot lijkt me helemaal een prima idee.

Ik vraag me alleen af of het bij plannen om huisvestingsproblemen op te lossen te vermijden is, dat het vastgoedgeboefte weer hun slag gaat slaan. Laten we eens wat minder naïef zijn. Eigenlijk bedoel ik, dat ik hoop dat ik zelf niet te naïef zal blijken. Ik leg het kleine stemmetje in mij het zwijgen op, dat zegt dat het goed voor mijn pensioen zou zijn, wanneer mijn pensioenfonds wat meer op vastgoedmelkers zou lijken. Dat doet ze niet en dus valt mij op het gebied van overlastsituaties uitlokken niets te verwijten. Mocht ik zelf ook tot boeventuig gerekend mogen worden, dan niet op het gebied dat ik daarnet besprak.

Sjaak Grosthuizen schrijft zijn column Sjaak Grosthuizen schrijft zijn column