Over spierballen en kunstgebitten

Kleutercolumn van Riet van der Lee, voorgelezen op HoornRadio 3 februari 2020

HOORNGIDS | ”Kom op jongens, schiet eens even op. Straks is onze gymtijd al weer voorbij.” Hè hè, deze derde aansporing lijkt eindelijk wat succes te hebben. Het geroezemoes wordt een ietsepietsie minder en sommige koppies gaan al schuil achter de omhoog getrokken truien. Wie zal er nu weer klem komen te zitten? Er is er altijd wel één die in een gevecht raakt met de omvang van hoofd en halsopening. Vaak is het de onhandigheid van de kinderen zelf, maar soms is het ook voor mij een hele klus om het hoofd op de romp te houden en de trui op de stoel te krijgen.

Die leuke sweater van het oudere broertje paste toch niet zo perfect als het zich in eerste instantie liet aanzien. Daar komt Leon met zijn vuist omhoog op mij toestappen. ”Kijk eens juf”, roept hij triomfantelijk en ik kijk zoekend in de richting van zijn hand naar het te bewonderen voorwerp. Misschien een mooie steen, een grote kastanje of een dode rups. Het kan van alles zijn, maar zijn knuistje is helemaal leeg. ”Heb je een haaknagel?”, informeer ik voor alle zekerheid. ”Zal ik even vijlen?” ”Nee, kijk dan”, kreunt hij, ”wat een dikke spierballen ik heb”, en zijn hoofd is helemaal rood aangelopen van inspanning. ”O jeetje, ik zie het Leon, wat een dikkerds.” ’Soms is een leugentje om  bestwil toegestaan’,  denk ik en kijk vertederd naar de broodmagere bovenarmpjes, waar ik met de beste wil van de wereld zelfs geen flauwe bocht op de aangegeven plaats kan ontdekken. Trots loopt hij terug naar zijn stoel.

Verbeeld ik het mij of loopt hij echt zoals het een stoere bodybuilder betaamt?  ”Juf, waar zal ik mijn bril neerleggen?” Het is Richard en je kunt de vorm van zijn bril wit afgetekend zien op zijn bruine toet. ”Leg hem maar op mijn tafel joh, dan kan er niets mee gebeuren.” Als ook hij weer terug naar zijn stoel loopt, passeert hij Linda, die hem met een verbaasde blik opneemt. ”Hé Richard, wat zie jij er nu gek uit. Je bent helemaal anders. Nu ben je niet meer mijn vriendje”, deelt zij hem vervolgens mede. Maar Richard laat zich niet zo maar aan de kant zetten. Met een  ”Nee gekkie, ik ben alleen maar met zonder bril”, zet hij de zaken weer recht. Maar voor Linda wordt het nu pas interessant. Half achterstevoren richt zij zich tot haar buurvrouw Jessica en vervolgt, ”Wat ziet Richard er gek uit met gewone ogen hè?” ”Ja!”, beaamt Jessica, ”mijn moeder heeft ’s avonds ook een bril, maar die zet zij overdag nooit op, want dan doet zij haar lenzen in”. ”Oh” vult Nick aan, ”dat kan mijn vader ook, maar mijn vader kan nog veel meer. Die kan gewoon zijn tanden op de tafel leggen en dan kan hij evengoed nog praten, maar niet zo heel erg goed en hij ziet er dan ook heel gek uit.” ”Dat kan mijn oma ook”, klinkt het van meerdere kanten en dan volgt er een geanimeerd gesprek over de vele voordelen van een kunstgebit en ik vraag mij af, of wij vandaag nog in de gymzaal komen. Over een kwartier is mijn beurt voorbij.

Kleuterklas Kleuterklas