10 jaar niet kunnen wonen na wietteelt blijkt 5 jaar

10-02-2020

HOORNGIDS | Door het college van B&W van Hoorn is bepaald dat mensen uit hun huurhuis mogen worden gezet als geconstateerd is dat er wiet werd geteeld. Ze komen dan tien jaar lang niet in aanmerking voor een sociale huurwoning. Ook niet bij andere woningbouwverenigingen. Deze sanctie stuitte op het nodige verzet. Groen Links stelde er vragen over. Volgens de Hoornse fractie gebeurt het thuiskweken van wiet veelal onder dwang, waarbij zelfstandig wonende mensen met een verstandelijke beperking en ook kwetsbare ouderen tot de slachtoffers behoren. 
In de hieronder geplaatste beantwoording is te lezen dat de veelbesproken 10 jaar in feite 5 jaar is. 


Groen Links
t.a.v. de heer R. Drommel 

Beste heer Drommel,
In uw brief van januari 2020 verwijst u naar het krantenartikel in het Noord Hollands Dagblad van 18 januari 2020 met als hoofdtitel ”Huurder is tien jaar lang de klos”. In het artikel is de situatie beschreven dat mensen die hun sociale huurhuis worden uitgezet vanwege hennep, tien jaar lang niet meer in aanmerking komen voor een sociale huurwoning. Niet alleen bij de woningbouwcorporatie waar men huurde maar ook bij andere woningbouwcorporaties.
U vindt de strafmaat buitenproportioneel. U stelt in dit verband dat bij u gevallen bekend zijn dat huurders onder ernstige bedreiging zijn gedwongen om in hun huis wiet te kweken. U vindt dit een ongewenste situatie en heeft daarover vragen gesteld. In deze brief beantwoorden wij deze vragen.
Vraag 1:
Klopt de informatie zoals te lezen in het betreffende artikel in het NHD? (Indien gedeeltelijk graag aangeven welke onderdelen wel en welke niet).
Antwoord:
Ja, de informatie in het Noord Hollands Dagblad over het door de woningbouwcorporaties gevoerde beleid klopt. Een nuance op de termijn van tien jaar is echter op zijn plaats en niet door de krant benoemd in het artikel waar deze kop boven staat. De termijn geldt als de huurder de huurovereenkomst niet zelf opzegt. Zegt de huurder zelf op dan geldt een termijn van vijf jaar.
Vraag 2:
Bent u het met ons eens dat dit (voor zover van toepassing) een zeer ongewenste situatie is?
Antwoord:
Nee, dat zijn we niet met u eens. Vooropgesteld het exploiteren van een hennepkwekerij is een strafbaar feit. Veelal gaat het samen met andere strafbare feiten zoals diefstal van elektriciteit en water, en het in gevaar brengen van de omgeving en volksgezondheid. Kortom de aanwezigheid van een hennep(plantage) in een woning brengt grote risico’s met zicht mee. Dit geldt voor de bewoners zelf als zij in de woning verblijven maar zeker ook voor de buurtbewoners. Veelal worden de risico’s doelbewust genomen. In het krantenartikel heeft de burgemeester dit risico aspect ook benadrukt.
Zo is over brandgevaar volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid gebleken dat er in 2018 tenminste 65 (woning)branden per jaar waren vanwege illegale hennepkwekerijen.
Vraag 3:
Hebben wij als gemeente invloed op het beleid van de woningbouwverenigingen op dit gebied?
Antwoord:
Nee, de woningbouwcorporatie bepaalt haar eigen beleid. Dit beleid geldt overigens voor alle corporaties in Westfriesland. Het hanteren van een streng beleid heeft de corporatie nodig om een geloofwaardig anti-hennep beleid te kunnen voeren. De woningcorporatie weegt overigens specifieke feiten en omstandigheden van de huurder mee bij het vaststellen van de termijn. In de praktijk wordt per casus vastgesteld of sprake is van een schrijnend geval.
Het is ons niet bekend dat deze aanpak tot meer crimineel gedrag leidt.
Gemeente en woningbouwcorporatie hebben prestatieafspraken gemaakt over onder meer de leefbaarheid en veiligheid in de wijken. Door deze gezamenlijke afspraken willen we de leefbaarheid en de veiligheid in de wijken verbeteren. Ook sluit de aanpak aan bij het regionale Hennepconvenant Noord-Holland. Woningbouwcorporatie Intermaris heeft dit convenant ondertekend.
De afspraken hebben geen betrekking op het stellen van termijnen om opnieuw voor een huurwoning in aanmerking te komen. Wij kunnen ons echter in de werkwijze van de corporatie vinden. Wij vinden het bovendien zeer logisch dat onrechtmatig en illegaal gebruik van een woning, die eigenlijk bedoeld is voor de inwoner die deze hard nodig heeft, en gezien de enorme krapte op de woningmarkt, niet beloond mag worden.
Het staat de huurder overigens vrij de opzegging van de huurovereenkomst en de termijn om niet in aanmerking te komen voor een huurwoning aanhangig te maken bij de rechter.
Vraag 4:
Kunnen wij als gemeente op een of andere manier zorgen dat deze mensen veel eerder dan na 10 jaar, toch ergens zelfstandig kunnen wonen? (We bedoelen dus niet logeren bij vrienden of familie, of zoals nu ook gebeurt, via een kostbare plek in de dagopvang)
Antwoord:
Zoals gesteld bij beantwoording van vraag drie halveert de woningbouwcorporatie de termijn van 10 jaar indien de huurder zelf de huur opzegt. In het krantenbericht is in dit verband aangegeven dat dit in bijna alle gevallen gebeurt. Daarnaast houdt de corporatie rekening met schrijnende situaties (zie antwoord op vraag 3). Mensen die het zich kunnen veroorloven zijn aangewezen op de particuliere verhuurmarkt.
Vraag 5:
Hoeveel mensen betreft dit in Hoorn, en hoeveel daarvan zijn kinderen die van het handelen van hun ouders de dupe zijn?
Antwoord:
In 2019 ging het in Hoorn om 12 woningen van woningbouwcorporaties. In de meeste gevallen ging het om een eenpersoonshuishouden. In twee gevallen waren er minderjarige kinderen van respectievelijk 15 en 10 jaar woonachtig op het adres. De kinderen hebben kort na het sluiten van de woning met een ouder elders onderdak gevonden in Hoorn.

Met vriendelijke groet,
Burgemeester en wethouders van Hoorn

Wietteelt Wietteelt