Poezenpoep

Kleutercolumn van Riet van der Lee, voorgelezen op HoornRadio 2 maart 2020

HOORNGIDS | En toen zei de wolf tegen Roodkapje: ”Zal ik je helpen bloemetjes plukken?” Maar Roodkapje zei: ”Er zit een poes in de zandbak te poepen!” hoor ik één van de kinderen opeens roepen. Het is Nick. ”Ik zag het zelf” en weg is de aandacht voor Roodkapje. Dit is veel spannender. Binnen een mum van tijd staan er 30 kleuters op hun stoel. Sommigen met opgetrokken neus, anderen gniffelend, maar de meesten uiterst verontwaardigd. Zo’n vieze poes toch. Hoe durft ie, ”Wacht even jongens” zeg ik, gewend aan onverwachte situaties.”Ik zal hem wel even weg jagen”. Gewapend met een kopje water sluip ik richting dader, die mij natuurlijk te snel af is. Maar ik hoop toch, dat hij iets van mijn ontmoedigingsbeleid heeft opgepikt. Als wij na een poosje buiten gaan spelen, waarschuw ik: ”Even wachten allemaal, ik pak eerst een schep om de poezenpoep op te ruimen”. Maar als ik met een schep weer terug kom uit de schuur, meldt Arjen mij, dat hij er al zand over heeft gegooid. En inderdaad, de poep is nergens meer te vinden. Maar na wat gehark met de schep komen de keutels weer tevoorschijn. ”Mag ik het doen, juf?” vraagt Nick, ”want ik zag het het eerst.” Ik geef hem de schep en laat het hem proberen. Na zes pogingen heeft hij alleen nog maar zand geschept. De keutels glijden steeds van zijn schep af en voor dat ik er op bedacht ben, pakt hij met zijn mollige knuistjes de vieze substantie vast en legt dat pontificaal midden op de schep.  ”Hebbes!” hoor ik hem nog mompelen. Als ik hem uitleg, dat hij dat voortaan maar beter niet meer met zijn handen moet doen, kijkt hij mij aan met een blik van ”Hoezo?” en ik hoor hem denken: ”Wat doen grote mensen toch altijd moeilijk”.

poes poes