Generatie X

Column van Stuurman aan wal

Ben je tussen 1960 en 1980 geboren moet je deze column eigenlijk lezen. Ben je na 1980 geboren lees het dan toch ook maar. Wie weet steek je er wat van op.

Volgens de normen van nu zouden wij nu niet meer kunnen leven. We zaten in auto’s zonder veiligheidsstoeltjes, gordels, airbags of ABS. Onze bedden en speelgoed waren geschilderd met verf vol lood en cadmium. Boven aan de trap was geen hekje; wie te ver ging donderde naar beneden. Flessen met gevaarlijke stoffen en alle apotheekflessen en potjes konden we gewoon met onze handjes en beperkte motoriek openen. Dronk of at je het op kreeg je buikpijn. Best veel buikpijn eigenlijk. Maar je zei niets. Poorten en deuren gingen gewoon dicht en als je met je vingers er tussen zat waren die weg.

Op de fiets zat je achterop met je kont op de bagagedrager en probeerde je je vast te houden aan de schroefveren van het zadel voor je. Je enkel tussen de spaken kwam veelvuldig voor. Dan kon je een tijdje niet lopen.

Een brommer voerde je op zodat die 90 kon. Natuurlijk hielden de remmen dat niet en knalde je met je blote kop tegen een boom of auto. Als je mazzel had hield je er een spraakgebrek aan over. Maar meestal was het gewoon over.  Een helm voor de bromfiets was niet stoer. Wie er een op de fiets droeg mocht de weg niet meer op.

Water dronken we uit de kraan of uit de sloot, niet uit een plastic flesje. Brood stond stijf van de conserveringsmiddelen, na twee weken was het nog net zo vers als toen je het gekocht had. Kleur en smaakmiddelen moeten toen ook al bestaan hebben, want zo rood, groen, geel of bruin de limonade of het fruit toen was zie je het echt niet meer.

Kauwgom legde je ’s avonds op het randje van je bed en stak je ’s morgens weer in je mond. Schoenen en kleding waren meestal al ingedragen door broer, zus, neef of buurman. Je fiets kreeg je ook van hen. Die was dan ook altijd te groot of te klein. Een fiets had toen geen versnellingen laat staan een motortje en je had altijd wind tegen. Als je band lek was deed je vader het een keer voor hoe je hem moest plakken. Daarna moest je het zelf doen.

We gingen ’s morgens van huis en we kwamen terug als de straatverlichting aan ging. Niemand wist in de tussentijd waar we waren en we hadden geen gsm om pappa of mamma te bellen. Want die interesseerde het niets waar we waren. Zolang je maar buiten was.

Als je naar je vriendje ging, liep je er gewoon heen, je hoefde niet aan te bellen en ook geen afspraak te maken. We dronken uit dezelfde fles als onze vriendjes en niemand werd er ziek van. Wij hadden geen playstation, Nintendo, 500 tv zenders, internet, smartphone of een tablet. Wij hadden vrienden. En die zagen we in het echt.

We hebben ons gesneden, botten gebroken, tanden uitgevallen en van de meester of juf een klap gehad of bij de oren gepakt. Die werden niet voor de rechter gesleept. Daar kreeg je thuis nog een extra pak slag voor. Pedagogisch verantwoord speelgoed maakten we zelf.; met stokken sloegen we naar ballen, we bouwden zeepkisten en merkten onder aan die heuvel in het park bij die boom dat we de rem vergeten waren.

We voetbalden op straat en alleen wie goed was mocht mee doen; wie niet goed genoeg was moest met wat geluk op doel en anders maar blijven kijken en leren omgaan met teleurstellingen en in de wetenschap dat er in alles iemand beter was dan jij zelf. Op school zaten ook domme kinderen. Zij gingen en kwamen op dezelfde tijd en in dezelfde klas als wij en kregen ook nog eens dezelfde lessen. Zij speelden gewoon met ons mee. Alleen deden zij af en toe eens 1 of 2 klassen over. Niemand die daar een probleem van maakte.

Wij gingen lopend of met de fiets naar school, helemaal zelf. Ook in de winter en als het regende. Als je moeder aan de huisdeur naar je zwaaide was je een watje of moederskind. Als je problemen had gemaakt waren je ouders het altijd eens met de politie en mocht je 6 weken niet buiten spelen. Ze kwamen wel naar het politiebureau om je op te halen, niet om je er uit te lullen. Je daden hadden consequenties. Er was 1 tv in huis en 2 zenders. De uitzendingen begonnen om 18.00 uur en stopten om 23.55 uur. Eerst kwam er een uurtje iets voor de kinderen en je haalde het niet in je hoofd om op te staan en de knop op een andere zender  te duwen (afstandsbediening bestond niet). Dan kreeg een je klap van vader. Pa bepaalde wat en hoelang je iets bekeek.

Ging je zwemmen moest je eerst op zwemles. In een buitenbad. Waar het water 13 graden was. Je werd verplicht van de hoge duikplank te gaan. De badmeester stond achter je. Wilde je niet gaf hij je een duw en donderde je 7 meter naar beneden het water in. Zo leerde we snel zwemmen.

Wilde je oma spreken ? Dan moest je haar bellen. De dichtstbijzijnde telefooncel was 3 km lopen.  Daar kon je een dubbeltje of een kwartje in gooien. Halverwege het gesprek was je geld altijd op.

Wij kregen niets. Als je iets wilde hebben moest je er voor werken. Wij hadden vrienden, vrijheid, gigantische mislukkingen, succes, geluk en verdriet wat we altijd konden delen en er anders mee moesten dealen.  We hebben leren er mee om te moeten gaan.

En een X columnist zegt nog eerlijk dat een deeltje  van een andere bron afkomstig is en het meeste  zelf  gemaakt. Maar niet altijd zelf met de eer strijken.

Herken je dit alles ? Gefeliciteerd. Je bent een held. Ben je geboren na 1980 dan ben je gewoon een watje en weet je nu hoe dat komt.

Stuurman aan wal

De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. HoornRadio/HoornGids is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom, onafhankelijk en ongebonden.

Generatie X Generatie X

Reacties
Reactie: (Theo van Deursen)
1-5-2020, 16:18
De beste stuurlui staan aan wal dat blijkt maar weer. Ik ben trots op mijn kinderen. Andere tijden. Dus jouw kinderen zijn ook watjes ?

Reactie: (Irrene)
30-4-2020, 23:07
Wat een heerlijk herkenbaar stukje! Een beetje over de top maar erg leuk om te lezen.