Aantal mensen met vastgestelde COVID-19 besmetting bijna verdubbeld

RIVM corona update 29 juli t/m 4 augustus

HOORNGIDS | De actuele informatie over het nieuwe coronavirus (COVID-19) wordt dagelijks door het RIVM bijgehouden. Afgelopen week zijn er 2.588 nieuwe personen gemeld die positief getest zijn op COVID-19. Dat zijn er 1.259 meer dan het aantal meldingen van vorige week. Er zijn in de afgelopen week 44 patiënten gemeld die voor COVID-19 in het ziekenhuis zijn opgenomen (geweest). Dat zijn er 21 meer dan vorige week. Er zijn 6 laboratorium-bevestigde COVID-19  patiënten als overleden gemeld, 3 minder dan in de week er voor.

Het aantal nieuwe personen met een positieve COVID-19 uitslag is in vergelijking met de week daarvoor bijna verdubbeld. Ongeveer 10.000 minder mensen hebben zich in de afgelopen week laten testen in de GGD-teststraten in vergelijking met de week daarvoor. Het percentage positieve testen op landelijk niveau is deze week gestegen van 1,1% in de week van 20 juli naar 2,3% in de week van 27 juli. Het reproductiegetal ligt net als vorige week boven de 1.  

De in de afgelopen week gemelde patiënten zijn niet allemaal in de afgelopen week positief getest, in het ziekenhuis opgenomen of overleden. Sommige patiënten worden later gemeld. Daarom worden de gegevens van afgelopen weken soms nog aangevuld.
Sinds 1 juni 2020 kan iedereen in Nederland met (milde) klachten zich laten testen op COVID-19. Mensen kunnen zelf een afspraak maken voor een test bij de GGD. Omdat het aannemelijk is dat niet alle mensen met COVID-19 zich laten testen, zijn de werkelijke aantallen in Nederland waarschijnlijk hoger dan de aantallen die hier genoemd worden.

Reproductiegetal R
Het reproductiegetal R laat zien hoeveel andere mensen één persoon met het nieuwe coronavirus gemiddeld besmet. Het reproductiegetal is 1,20. Dit betekent dat 100 mensen die besmet zijn met het nieuwe coronavirus samen leiden tot 120 andere mensen die besmet worden. Hoewel het getal lager is dan de 1,40 dat vorige week is gerapporteerd is de bandbreedte nauwelijks veranderd. Het betrouwbaarheidsinterval ligt nog steeds in het geheel boven de 1.  

Aantal besmettingsclusters gestegen naar 242  
Er zijn op dit moment 242 actieve COVID-19 clusters bekend in Nederland. Dit is een stijging van 109 clusters van drie of meer aan elkaar gerelateerde besmettingen in vergelijking met de week daarvoor. De gemiddelde grootte van deze clusters was de afgelopen week 5,7 personen (range 3-37). De GGD probeert bij bron- en contactonderzoek te achterhalen waar de besmette persoon het nieuwe coronavirus heeft opgelopen. De bron voor de meeste besmettingen is nog steeds te vinden in de thuissituatie, bij 52,8 % van alle clusters. De meeste andere besmettingen zijn het gevolg zijn van contact met overige familie, vrienden, feestjes, op het werk of door andere vrijetijdsbesteding zoals horeca of sportclubs. Bij 70% van de besmettingsclusters is de bron nog niet geregistreerd, dit getal is hoger dan vorige week door vertraging in de registratie door het grote aantal meldingen in een aantal regio’s.  

Bron- en contactonderzoek 
Tot en met week 30 (13 juli t/m 26 juli) zijn de resultaten van het bron- en contactonderzoek bekend. Onder de nauwe contacten die in die volgperiode van 14 dagen geïdentificeerd werden, zijn 344 COVID-19 besmettingen vastgesteld (8,4% van alle nauwe contacten). Het deel van de contacten dat besmet was verschilde tussen huisgenoten en overige nauwe contacten. In de week van 13 juli t/m 26 juli bleek bij 13,0 % van de huisgenoten dat zij besmet waren met het coronavirus. Van de overige nauwe contacten was 5,6% besmet met het coronavirus.

Andere virussen actief in Nederland 
Bij een steekproef onder personen die met griepachtige klachten of andere acute luchtwegklachten naar een huisarts gaan worden monsters afgenomen. Dit wordt uitgevoerd door huisartsen die onderdeel zijn van de Peilstations van NIVEL Zorgregistraties eerste lijn.  Die monsters worden op het RIVM op vijf virussen getest; het influenzavirus, het RS-virus, het rhinovirus, het enterovirus, en op SARS-CoV-2, het nieuwe coronavirus. Van eind januari tot half maart werd het influenzavirus vaak gezien. Van maart tot begin mei werd bij de peilstations bij een positieve test vooral het nieuwe coronavirus aangetroffen. Vanaf 11 mei tot 27 juli was het rhinovirus het vaakst aanwezig in de monsters. Het kan zijn dat er andere virussen aanwezig zijn bij personen met een negatieve testuitslag omdat er slechts op een beperkt aantal virussen getest wordt. Deze rapportage wordt vanaf deze week opgenomen in het epidemiologisch rapport.

Besmettingen en reishistorie
Sinds 1 juli wordt de internationale reishistorie van mensen die positief getest zijn op COVID-19 nagevraagd. In de afgelopen week zijn 218 personen, met een positieve COVID-19 test, 14 dagen voor aanvang van de vastgestelde besmetting in het buitenland geweest. De meeste positief geteste mensen met een reishistorie zijn in Spanje geweest, 23%. Daarna volgen reizigers naar Frankrijk met 16%, België met 15% en naar Duitsland met 9%. Dit betekent niet dat al deze mensen de besmetting in het buitenland hebben opgelopen.
Om verdere verspreiding van het virus te voorkomen is het belangrijk dat mensen zich aan de maatregelen houden. Afstand houden en bij klachten thuisblijven en testen. Handen wassen, niezen en hoesten in de elleboog en het gebruik van papieren zakdoekjes.

RIVM mensen op trap RIVM mensen op trap