Hete brei

Column van Sjaak Grosthuizen

HOORNGIDS | Het hoort bij fatsoenlijk gedrag van een politicus dat pijnlijke onderwerpen een beetje netjes gebracht worden. Het respect moet duidelijk zijn en het mag er zelfs een beetje overdadig afdruipen en juist daarom is het dan duidelijk dat het een wat pijnlijke kwestie betreft. Dat beleefden we afgelopen dinsdagavond bij de bespreking in de raadscommissie over plannen rond het woonwagencentrum.

De Hoornse bestuurders lieten zien dat zij afstand wilden nemen van vroeger beleid dat erop gericht was om het aantal standplaatsen voor woonwagens geleidelijk te verminderen, zodat er na een aantal jaren geen woonwagencentrum meer zou zijn. Een van de zegeningen van het Europese lidmaatschap is, dat dit voortaan niet meer mag. Er mag niets tegen woonwagenbewoners worden georganiseerd dat lijkt op laten uitsterven van hun eigen culturele waarden en woonplekken.

Onze wethouder van woonwagenwielen-mogen-ook-in-Hoorn-stilstaanzaken Marjon van der Ven laat dat duidelijk weten en zij presenteerde plannen om dat te verwezenlijken. Maar in dat plan stonden een paar zinnetjes waarbij oplettende collega-politici hun wenkbrauwen fronsten. Er werd gewag gemaakt van: ‘normalisatie’ van de situatie op de woonwagenlocatie met betrekking tot beheer en veiligheid. Woorden tussen aanhalingstekens wijzen doorgaans op het uitgangspunt dat je wel snapt wat daarmee bedoeld wordt. In een volgende zin werd genoemd dat het in het verleden wel eens een moment van terugval is geweest.

Alerte fractiewoordvoerders wilden haarfijn uitgelegd krijgen waarom die opmerking als voorwaarde voor verdere mooie inspanningen van de gemeente werd gesteld. En waarom moeten de bewoners een BIBOB-verklaring afleggen, terwijl dit van geen enkele andere groep burgers wordt gevraagd? Daar moest de wethouder netjes antwoord op geven, maar die schoof de hete aardappel vakkundig en misschien helemaal terecht door naar de op dat moment afwezige burgemeester, want die gaat over dit soort zaken.

Ik ga er maar niet van uit dat elk aanwezig commissielid absoluut niet wist waar op gedoeld werd. Veel mensen die graag recht voor zijn raap spreken zouden dat bloemrijk kunnen uitleggen. Ik begrijp de spanning die ontstond rond het punt over de voorwaarden. Wanneer in een gesprek woonwagenbewoners ter sprake komen gebeurt dat vaak omdat er iets mis was. Zelden hebben mensen die geen enkele band hebben met bewoners van een woonwagencentrum het met elkaar over positieve gebeurtenissen bij deze bewoners. Gek genoeg is dat niet vreemd.

Bevolkingsgroepen die een onderling zeer sterke band hebben en ervoor kiezen om alleen met eigen mensen bij elkaar te wonen hebben daarmee de mogelijkheid geopend tot een wij-zij situatie. Iets vergelijkbaars zag je ook met mensen die uit de Molukken afkomstig waren. In een bepaalde mate zie je dat ook bij groepen bewoners met eenzelfde etnische achtergrond. Turken, Marokkanen en Antillianen zijn voorbeelden. Maar ook Nederlanders in het buitenland zullen het veelal niet kunnen laten om elkaar op te zoeken en een soort clubverband te sluiten. In alle landen zie je enclaves van mensen met eenzelfde afkomst. In Amerika kun je Chinatowns tegenkomen, wijken met sterke Italiaanse inslag en andere wijken met grote vertegenwoordiging van mensen die uit een bepaalde streek van de wereld ooit daar naar toe gekomen zijn.

Er zijn veel plekken waar sprake is een smeltkroes van volkeren. Er vindt een vermenging, een symbiose plaats van mensen vanuit allerlei rassen, nationaliteiten en culturen, maar daarnaast vind je overal de plekken waar die vermenging niet plaatsvindt. Vaak met een vreedzame verscheidenheid, maar ook met spanningen door die verscheidenheid.

Wanneer er vanuit gesloten gemeenschappen vervelende of zelfs criminele activiteiten plaatsvinden, dan wordt de hele groep daarop aangekeken. Zo ook met de Reizigers, de woonwagenbewoners. Door een hechte onderlinge band is een afschermsituatie gecreëerd. Overal waar groepen bewoners in gesloten groepen samenwonen loert ook het gevaar dat mensen met minder goede bedoelingen misbruik maken van de afgeschermde omgeving. Criminelen zoeken beschutting en willen dat graag zo houden. Dat laat zich veel te gemakkelijk voor buitenstaanders vertalen als iets waar de hele groep verantwoordelijk voor gehouden kan worden. Dat is met woonwagenbevolking veel te vaak gebeurd. Natuurlijk mag je ervan uitgaan dat op het merendeel van deze mensen absoluut niets aan te merken is.

Ik denk dat het benoemen van dit gevaar ook een begin kan zijn tot het helpen beschermen van de hele groep tegen isolement met kwade reuk. Wanneer wordt gesproken over de eigen culturele waarden hoort daar niet bij dat de woonplek een mantel vormt voor leden met illegale en criminele bedoelingen. Ik kan niet verantwoordelijk gehouden worden wanneer ik buren krijg met criminele en andere rare fratsen en van mij wordt ook niet verlangd dat ik daar zelf een einde aan maak. Ik hoop ook niet dat men van mijn straat het idee heeft dat alle bewoners daar van hetzelfde slag zijn, maar dat gebeurt wel wanneer wij onze straat gesloten houden voor pottenkijkers.

De raad en de wethouder hebben zich zo keurig mogelijk opgesteld ten opzichte van de Hoornse woonwagenbewoners. Dat siert ze, maar toch proefde ik een klein beetje schijnheiligheid door het gedraai om een hete brei. Dat verdienen de mensen daar niet.

Sjaak Grosthuizen schrijft zijn column Sjaak Grosthuizen schrijft zijn column