Het groene sprookje

Column Wally Ooms in Hoorns Nieuwsblad

Er was eens een gebiedsdeel in de kop van Noordholland waar niet veel meer gebeurde dan het groeien van kool en aardappelen. De polder, die bewoond en bewerkt werd door hardwerkende mensen, stond vooral bekend om de rust, de ruimte en de eindeloze akkers met rustgevende vergezichten. Op sommige plekken in de polder waren in de loop der tijd kassen verrezen, waar vooral tomaten en paprika’s werden geteeld. Bij de boerderijen stonden her en der wat molentjes, die dankzij de aanhoudende wind zorgden voor gratis stroom. Harmonie alom. 

Op enig moment kregen de boeren bezoek van grote stroomboeren. Die wilden graag een hele grote molen op hun grond plaatsen en waren bereid daar meer voor te betalen dan wat ze in hun hele leven bij elkaar zouden kunnen boeren. De onder de indruk geraakte agrariërs wilden maar wat graag hun handtekening zetten onder de gepresenteerde lucratieve contracten. Hun bestaan werd in één klap voortgezet in de eredivisie van het financiële speelveld. De stroomboeren zetten vervolgens immense molens op hun landgoed. Met financiële steun van het Rijk. De Wieringermeer zou de proeftuin worden voor de toekomst van de energievoorziening. De enigen die daar last van hadden waren de omwonenden die niet met een bezoek waren vereerd door de stroomboeren. Ze konden de molens niet alleen zien, maar zeer nadrukkelijk ook horen en kregen te maken met slagschaduw, waardoor een zonnige zit op het erf regelmatige onderbrekingen kende. Maar er werd ze groene stroom in het vooruitzicht gesteld: milieuvriendelijk en ook nog eens goedkoop.

Maar net als in andere sprookjes kwam er een boze fee. Dit keer in de vorm van een internetgigant. Een Amerikaans bedrijf zette een enorm gebouw neer en maakte een tevoren bekokstoofde afspraak met de stroomboeren dat alle, met honderden miljoenen euro’s gesubsidieerde opgewekte energie, hun kant op zou gaan. Niks meer voor de honderdduizenden mensen in de polder die zouden profiteren van de groene stroom. Niks meer voor de glastuinbouw. 

Geruststellende woorden volgden. Tenslotte was het gemeentebestuur erin geslaagd een enorme economische impuls te geven aan de regio door de komst van dit megabedrijf en daar mocht best wat tegenover staan. Daarnaast zou de stroomslurper de zogeheten restwarmte afstaan aan de kassen die daarmee ruimschoots gecompenseerd zouden worden. Maar dat bleek eveneens een fabel. Die restwarmte was niet warm genoeg en verdwijnt dan ook de polderlucht in. Daarnaast bleek de economische impuls een wassen neus. Wat overbleef was een totaal vernield landschap met gigantische, spuuglelijke gebouwen, omringd door immense hekken, waarachter vooral veel gesubsidieerde stroom en water worden verbruikt. Koelwater, dat ook nog eens een aanslag betekent op het milieu. 

In plaats van pootaardappelen liggen er nu vele kilometers stroomkabel in de grond. Doordat ook andere energiegrootverbruikers zich hebben gemeld in de polder wordt de roep om een pas op de plaats te maken steeds luider. Maar daar waar slappe was regeert worden de knieën ook slapper. De olifant in dit sprookje is onderweg.
 

Microsoft in de polder 1 Microsoft in de polder 1
Microsoft in de polder 5 Microsoft in de polder 5