Ik vind jou stom

Kleutercolumn van Riet van der Lee, voorgelezen op HoornRadio op 7 juni 2021

HOORNGIDS | Het is goed te merken dat de zomer voorbij is. Het duurt elke week weer iets langer voordat het gras droog is. Vooral als wij de eerste beurt voor het buitenspelen hebben, is het even wennen voor de kinderen. De koesterende najaarszon geeft de kleuters nog steeds het “met-zonder-jas-gevoel”. Des te verbaasder zijn zij als zij hun kletsnatte sokken ontwaren in hun open sandaaltjes. “Juf, er is niet eens een plas en toch heb ik natte voeten”, komt Arjen verwonderd melden.  Met een korte uitleg van mijn kant slentert hij richting zandbak. Half over de rand hangend en met zijn handen door het zand woelend, krijgt hij gezelschap van Ruben. Ruben woelt gezellig mee en omdat zij binnen mijn gehoorbereik zijn, hoor ik de volgende conversatie tussen de beide heertjes ontstaan.  Ruben: “Wat een gek gevoel is dat he Arjen?” “Ja”, beaamt Arjen niet al te toeschietelijk. “Het kriebelt tussen mijn vingers, bij jou ook Arjen?”  “Bij mij helemaal niet”, vervolgt Arjen nog stugger dan daarnet. Ruben heeft totaal niet in de gaten dat Arjen zijn zandervaringen voor zichzelf wil houden en gaat gewoon verder met zijn toenaderingspogingen. Op enthousiaste toon vraagt hij: “Hé Arjen, zal ik met je?” Een kort “Nee” van Arjen kan de pret nog steeds niet drukken. Volkomen ontspannen vraagt hij: “Waarom niet?”  “Omdat ik jou stom vind”, deelt Arjen vervolgens tussen neus en lippen aan hem mee en hij lijkt meer verdiept in het wegrollen van wat zandkorrels dan in het effect van zijn woorden. Ik volg het gesprek met belangstelling en ben benieuwd hoe Ruben hierop zal reageren. Als ik deze situatie in de grote-mensen-wereld zou plaatsen, had ik de afloop kunnen raden. Maar ik weet, dat het in de kinderwereld heel anders kan gaan. Het enige dat Ruben zegt is: “Oh”. Zo te zien neemt hij het voor kennisgeving aan en zonder een spier te vertrekken, schuift hij buikwaarts twee meter naar links.  Daar treft hij Angelique aan en onverminderd enthousiast vraagt hij weer: “Hé Angelique, zal ik met je?”  “Ja hoor”, antwoordt zij goedmoedig en vervolgt daarop: “Dan ben jij vader en ik moeder. Goed Ruben?” en meteen holt zij weg richting schuur. “Wat ga je doen?”, informeert hij. “Even een kind voor ons zoeken”, klinkt het gedecideerd. Met een pop met een been eraf komt zij terug. Ruben zet het gehandicapte kind meteen op de kar en zegt met zijn liefste stemmetje richting pop “Ga je mee wandelen met papa kind?” Als hij mij ziet, meldt ook hij: “Juf, ik heb koude tenen. Wordt het al winter?” “Nou, bijna wel Ruben”, antwoord ik “Wij zullen er straks in de klas eens samen over praten. “Wil je droge sokken?”, vraag ik hem en als hij bevestigend knikt, loop ik even naar het magazijn en ik ben blij, dat ik een kind dat mijn hart  heeft verwarmd, weer warme voeten kan geven.

Ik vind jou stom Ik vind jou stom