De nieuwe Omgevingswet

Raadscommissie 18 januari

HOORNGIDS HOORN  | Op 1 juli a.s. zal de Omgevingswet in werking treden. Volgens deze wet is het college van B&W bevoegd besluiten te nemen over plannen die niet passen binnen de mogelijkheden van de omgevingsplannen. De gemeenteraad kan hierbij in een aantal gevallen een bindend advies willen geven. In een eerdere bespreking heeft de raad aangegeven dat zij over de kaders moet gaan waarbinnen het college uitvoering kan geven.

Op dit moment is er een vvgb-beleid (het uitgeven van een verklaring van geen bedenkingen), waarover men tevreden is. Voor de gevallen die niet passen binnen de raadskaders of die voorzien in een ingrijpende wijziging van de stedenbouwkundige en ruimtelijke structuur is bindend advies van de raad nodig.

Politiekgevoelige situaties dienen ook te passen bij het geven van bindend advies, volgens het CDA. Dit standpunt wordt breder gedeeld. Wethouder Arthur Helling kan zich vinden in de op- en aanmerkingen van de commissie. De colleges zullen hun antennes voor gevoelige zaken altijd hebben uitstaan en dan de raad tijdig informeren. Uiteraard zal zoals voorgesteld in 2023 worden geëvalueerd hoe het allemaal werkt.

Participatiebeleid onder de Omgevingswet

De Omgevingswet komt met de verplichting een participatiebeleid te voeren. Bij bouwprojecten en visies van de gemeente vindt dat altijd participatie plaats. Het Hoornse college komt met een voorstel hoe deze participatie te regelen. Het is zeker de bedoeling participatie te verplichten wanneer sprake is van bindend adviesrecht. Wanneer er plannen komen die niet binnen het omgevingsplan passen wordt ook een participatietraject ingezet.

De initiatiefnemer moet de participatie regelen. Het CDA wil daarom dat de gemeente wel de regie blijft houden om ervoor te zorgen dat het ook goed gebeurt. Dick Bennis stelt namens deze fractie dat er een gelijk speelveld gecreëerd moet worden. De raad moet de mogelijkheid houden om in te grijpen waar het mis gaat. Sumer Chaban (D66) ziet participatie niet als een vraag om draagvlak, maar als instrument om duidelijk te krijgen wat de bedoeling van het project is en wat de wensen zijn van de omwonenden. Jeroen van de Veer (Sociaal Hoorn) wil een jaarlijkse evaluatie.

Wethouder stemt in met de opmerking van Guido Breuker (ÉénHoorn) dat het onderwerp participatie het spannendste onderdeel is van de komende Omgevingswet. Er is in het verleden regelmatig iets misgegaan met participatie. Niet bij alle projecten is participatie verplicht. In de beginperiode wil hij ook niet dwarsliggen wanneer de raad buiten de wettelijke verplichting wil praten over participatie. Snellere agendering is dan wel een voorwaarde om tijdverlies te voorkomen. De gemeente neemt pas een standpunt nadat de initiatiefnemer het participatietraject is begonnen. In een iets later stadium ziet hij wel een rol voor de gemeente. Bij grote projecten wordt nu al sturing gegeven en dat zal blijven. Bij kleinere projecten zal het wellicht en helaas kunnen voorkomen dat het participatietraject wordt afgehandeld als afvinkonderdeel.

De gemeente kan wel een aantal tips verstrekken over hoe participatie werkt en die verstrekken aan betrokkenen. Bij grote ontwikkelingen kan de gemeente ook de betrokken bewoners inlichten dat er iets gaat spelen. De manier waarop zal nog moeten worden uitgewerkt.

Wethouder Helling over de omgevingswet Wethouder Helling over de omgevingswet