Nieuwe Steentijd

Column van Sjaak Grosthuizen

De onlangs gevonden sporen van bewoners uit de Steentijd in Hoorn vind ik bijzonder interessant. Ooit was in het Westfries Museum in de kelder de tentoonstelling te zien over de boer in de Bronstijd. Dat is weer duizend jaar later. Er lagen daar twee opgegraven skeletten en die zouden zelfs uit de Steentijd geweest kunnen zijn.

De prehistorische schatten die in Westfriesland op een paar plekken zijn opgegraven hebben toen mijn nieuwsgierigheid gewekt. Ik heb meegewerkt aan het bouwen van een boerderij zoals dat in de Bronstijd mogelijk ook zo gebouwd kan zijn. Hans Horreüs de Haas, de bioloog die zichzelf omvormde tot experimenteel archeoloog, leidde de bouw ervan in het Streekbos. In de vroege ochtend van een paaszaterdag heeft een jongeman uit onze Streek de streek uitgehaald om met één streek langs het luciferdoosje een klein vlammetje een enorme hoeveelheid voedsel te verschaffen, te beginnen met het riet van het dak.

De stichting en de bijpassende bouwvrijwilligers besloten toen bij meerderheid om de prehistorische bouwkunst in het bosje van het Buitenmuseum te herhalen. Ik was toen ook al klaar met het schrijven en het laten uitgeven van mijn jeugdverhaal dat zich afspeelt in onze regio tijdens de bronstijd. Voor mij en voor mijn leerlingen werd in die periode heel wat meer aandacht besteed aan de Westfriese prehistorie. We hebben schapendarm bewerkt, gevlochten met natuurlijke materialen, gesponnen, van jute zakken en van het leer van een bank bij het grofvuil werden kleren en schoeisel gemaakt. We kleiden onze eigen etensbakjes en er werd zelfs op stukken vuursteen gehakt om te zien of er iets nuttigs van gemaakt kon worden.

In de Steentijd liepen er dus mensen rond op de plek bij de Nieuwe Steen in Hoorn. Dat is nu aangetoond. Het was toen dus ook mogelijk een menswaardig bestaan te hebben in onze omgeving. Er was natuurlijk nog nauwelijks sprake van bebouwing. Misschien een jachthut? Misschien een tijdelijk onderkomen om een periode te boeren met koetjes? Zijn er behalve sporen in de grond ook nog genen in onze lijven aan te treffen van de toenmalige bewoners van onze omgeving? De menselijke sporen liggen dichtbij ons stadhuis. Wie weet ook onder ons stadhuis. Heeft er in de groep van jagers en boeren iemand de functie gehad van de leider van de groep? Resideert onze burgemeester op dezelfde plek als de ‘burgemeester’ van toen?

Waar ergens een groep mensen bij elkaar woont en werkt zijn er altijd personen die de leiding nemen of willen nemen. Ook in de Steentijd, toen groepen of stammen zich ergens vestigden om daar een leefbare plek te creëren, was er leiding, formeel of informeel. De kiem van democratie leefde ook toen, ondanks de mogelijkheid dat de sterkste of de slimste gewoon de leiding nam of kreeg. Dat gebeurde zonder uitgebreid overleg, maar misschien waren er toen ook al achterkamertjes in de open lucht. In een groep zijn er ook specialisten. Het ligt voor de hand dat er een beroep gedaan werd op die specialismen. Er bestonden ook toen omgangsvormen en zij die een leidinggevende rol voor zichzelf zagen gebruikten dezelfde psychologische trucs om hun zin te krijgen en wanneer een groep groot genoeg was, werden bondjes gesmeed. En wie weet werden toen ook al religieuze argumenten aangevoerd over de bouwhoogte.

Ik ga met deze gedachten niet meer zo ver dat ik er weer een verhaal over ga schrijven, maar ik denk nu wel even door over de vraag in hoeverre de groep mensen toen vertrouwen hadden in hun primus inter pares en of je dat vertrouwen en de persoonlijke inzet van de groepsleden te vergelijken zou zijn met de persoonlijke bijdragen van de Hoornse burgers voor deze stad. Ik vraag me ook af hoe de Steentijdhorinezen zouden reageren wanneer ze te horen zouden krijgen hoe in deze tijd besluitvorming tot stand komt en hoe na verkiezingen gekozen burgers ingewikkeld lopen te doen om een meerderheidsgroep te krijgen om voor een periode van vier jaar vooral hun zin door te drijven. Ik vrees dat het voor de doorsnee 21e eeuw Horinees al moeilijk uit te leggen is en dat onze Steentijdvoorvaderen direct op zoek zouden gaan naar een kruid dat verlichting zou kunnen geven bij waanideeën.

Elke tijd heeft zijn eigen uitdagingen zal ik maar zeggen. Volgende week wordt er op dezelfde plek als waar 4400 jaar geleden al mensen ploeterden om een redelijk bestaan te hebben, uitgelegd hoe zes partijen ervoor gaan zorgen dat een redelijk bestaan ook weer mogelijk blijft in de nieuwe tijd rond De Nieuwe Steen. Een Nieuwe Steentijd dus.

De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. HoornRadio/HoornGids is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom, onafhankelijk en ongebonden.

Sjaak Grosthuizen leest zijn column_Nieuwe Steentijd Sjaak Grosthuizen leest zijn column_Nieuwe Steentijd