De voorspelling of hoe vertel ik het mevrouw Grosthuizen

Column van Sjaak Grosthuizen

De agenda van de commissievergadering van afgelopen donderdag kende één bespreekpunt waar als het moet nog vele maanden over kan worden gesteggeld. Het college wilde nog wat ideeën opvissen bij de raad om te zien of er nog nuttige aanvullingen te berde gebracht konden worden betreffende de inrichting van het voormalige hockeyterrein bij de Nieuwe Steen. Daar moet een IKEC (Integraal Kind- en ExpertiseCentrum) verschijnen en om dat nog een beetje te kunnen betalen dienen er op hetzelfde terrein ook 140 woningen te worden neergezet. Daarvan zijn er 80 bestemd voor de sociale woningbehoefte en 60 voor de middelhuursector.

Toen ik de agenda zag zei ik direct tegen mevrouw Grosthuizen: ”Wedden dat er dan ook een groep bewoners uit die wijk naar de vergadering komt om te laten weten dat ze er tegen zijn?” Mevrouw Grosthuizen ziet niet graag een te voorbarige negatieve houding bij mij en bijna berispend zei ze: ”Dat weet je niet van tevoren. Daar wonen keurige mensen die het vast ook heel belangrijk vinden dat kinderen met een leer- of ontwikkelingsprobleem vakkundig en efficiënt worden opgevangen.”

”Het gaat hen niet over de vraag of er wel of geen IKEC komt, daartegen hebben de meesten het verzet al opgegeven. Het gaat ze om de woningen die erbij komen om het allemaal betaalbaar te krijgen. En eigenlijk meer om de mensen die daar in gaan wonen. Vandaar hun voorstel om daar geen 140 woningen neer te zetten, maar een knarrenhof met 40 woningen en hooguit 10 grondgebonden woningen.”

”Vind je het dan niet een leuk idee om daar woningen neer te zetten voor bejaarden? Misschien kunnen wij daar ook terecht?”

”Nee, die 140 woningen zijn bedoeld voor de mensen die slechts terecht kunnen in woningen die voor die mensen wel enigszins betaalbaar zijn. De sociale huurwoningen. En een kleinere groep van mensen die iets meer huur of hypotheek kunnen opbrengen. Mensen zoals wij. En die mensen willen ze niet in hun wijk.”

Mevrouw Grosthuizen keek me streng aan. ”Dat is een heel ernstige verdachtmaking, Grosthuizen. Wil jij beweren dat zij neerkijken op mensen met een lager salaris of een minder hoge opleiding?”

”Dat vinden ze niet eens het allerergste. Ze verwachten er ook mensen met een migratieachtergrond in.”

Het bleef even stil bij mevrouw Grosthuizen en ik kan je verzekeren dat dit zelden het geval is. ”En ze vrezen dat hun wijk vol komt te staan met auto”s met oude nummerborden, ” bedacht ik omdat dit voor een aantal nieuwesteners wel eens nieuwe steen des aanstoots zou kunnen zijn. Nog steeds keek mevrouw Grosthuizen me aan met een blik die achterdocht en verbijstering verraadde. Die twee gevoelens voerden een tot zwijgen leidende strijd in haar gedachten.

”Wedden dat Menno Jas van de Realistische Partij het ook met hun eens is?” vervolgde ik. ”Die rekent er op dat er ook statushouders in komen wonen. En hij komt vast en zeker met het argument dat er dan gegarandeerd a-sociale herrie wordt geschopt.” Een beetje meer brandstof leveren voor goede overwegingen kon geen kwaad, dacht ik. ”Weet je nog hoe die bewoners daar ooit te hoop liepen tegen plannen om van de kantoren bij het stadhuis te bestemmen voor fatsoenlijke opvang van arbeidsmigranten?”

”Het zal toch niet waar zijn?” zei ze en ik zag haar overhellen naar het aanvaarden van de mogelijkheid dat mijn verhaal steekhoudend kon zijn.

”Komen ze dan weer met argumenten over verkeers- en parkeerproblemen?” wilde ze weten.

”Ongetwijfeld,” zei ik op een manier of er aan mijn voorspelling geen enkele twijfel mogelijk was. Een trucje dat ik leerde van Roger. ”Verkeersproblematiek en gemekker over verminderen van woonplezier en scherpe daling van de waarde van hun huizen.”

”Woont Roger Tonnaer daar niet zelf ook?”

”Hij woont er midden tussenin en als hij straks op zijn dak gaat staan en zich stevig vasthoudt aan de schoorsteen, zal hij de nieuwe school en de woongebouwen zien staan.”

”En jij denkt serieus dat Roger die wijkbewoners zo gek krijgt om hun malle protesten te laten weten bij die vergadering? Die bewoners daar zijn toch niet zo a-sociaal? Straks ga je me ook voorspellen dat Chris de Meij ook hoopt daar stemmen te kunnen blijven houden? En denk jij heus dat daar mensen wonen die doen of ze de problemen van de stad begrijpen maar de oplossing  niet in hun eigen wijk willen zien? Zouden ze zo huichelachtig kunnen zijn?”

Je begrijpt nu vast wel waarom ik zo gek ben en blijf op mevrouw Grosthuizen.

”Ik zal het je na afloop van de vergadering laten weten.”

Na afloop kwam ik thuis en trof mevrouw in haar werkkamer. ”En?” vroeg ze.

”Ze waren er,” zei ik, ”en er waren maar liefst vier insprekers die precies hetzelfde verhaal hadden als Fractie Tonnaer. En met de rest van de voorspelling kregen wij ook gelijk.”

Mevrouw Grosthuizen glimlachte strak en beheerst en na twee seconden zei ze: ”Wij blijven hier wonen!”

De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. HoornRadio/HoornGids is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom, onafhankelijk en ongebonden.  

De voorspelling of hoe vertel ik het mevrouw Grosthuizen De voorspelling of hoe vertel ik het mevrouw Grosthuizen