Coen weg?

Column van Sjaak Grosthuizen

Wat te doen met J.P.Coen? Deze vraag heb ik mijzelf meermaals gesteld. Moet het standbeeld van deze man op de Roode Steen weg of mag hij blijven? Ik heb op verschillende momenten beide antwoorden gekozen. Voor beide mogelijkheden bestaan verdedigbare argumenten. Het wordt hoog tijd voor één van beide keuzes definitief te kiezen.

Eén ding is voor mij duidelijk: wanneer er nu gekozen moet worden of er een standbeeld van Coen moet worden opgericht dan zou ik meegegaan zijn in de keuze om dat niet te doen. ‘Zijn daden benne groot’ is een stukje liedtekst over de zeeheld Piet Hein. Ook van hem staat in Delfshaven, een stukje Rotterdam, een standbeeld. We kennen Piet vooral als de veroveraar van de zilvervloot van Spanje. Hij zal in Spanje wellicht nooit op een voetstuk worden geplaatst. Piet Hein voer in dezelfde vloot waarbij ook Jan Coen meevoer richting Banda eilanden waar om de Hollandse monopolistische wens om handel te voeren in hun agrarische producten een excuus ontstond om de bevolking daar goeddeels uit te moorden.

Piet Hein was toen geen militair en behield aldus nog schone handen, maar een paar jaar later leidde ook hij twee strafexpedities naar twee Banda eilanden. Het heldhaftige lied over Piet Hein werd geschreven in de 19e eeuw in dezelfde periode dat men de Hoornse held ook wilde vereren. In die tijd dacht men iets anders over de inheemse bevolking van het gebied dat een vanzelfsprekende kolonie was van ons land. In 1876 is met geld dat is opgebracht via een inzameling een standbeeld van onze Jan Pieterszoon neergezet op het Waterlooplein in Weltevreden, een voorstadje van Batavia. Niet om het de inheemse bevolking in te wrijven, maar om de vanzelfsprekendheid van kolonialisme aan te tonen.

Op 30 mei 1893 werd in Hoorn het standbeeld van onze beroemde en beruchte stadgenoot in het bijzijn van een aantal werkelijke hotemetoten onthuld. Hoorn was Coenstad, Coenveste zelfs en nu de koloniale gedachten heel langzaam uit onze denkpatronen worden gewist ontdekken we een oog voor de gruweldaden die onze voorouders hebben verricht om onszelf te kunnen verrijken. Vol schaamte dienen wij terug te blikken op de wreedheden die ver weg van ons huis werden gepleegd met de hartelijke instemming van een grote meerderheid  van onze bevolking, ook hier in Hoorn.

En dan komt nu de volgende stap. Zijn wij al zover dat alles wat verwijst naar de manier waarop kolonialisme ontaardde en naar personen onder wiens gezag dat kon gebeuren uit het straatbeeld kan worden weggehaald? Maar de monumentale panden, ook in Hoorn, die ook verwijzen naar met profijtelijke praktijken ver weg, moeten die dan ook maar tegen de vlakte of moet daar ook bordjes worden geplaatst met de uitleg hoe de oorspronkelijke eigenaren aan hun geld kwamen?

Geschiedenis moet je nooit uitwissen. Je moet er lering uit trekken, Zal een standbeeld van een onderdrukker de argeloze toeschouwer aan het denken kunnen zetten over hoe fout we indertijd waren? Krijg ik gevoelens van schaamte wanneer ik JP zie staan? Mag een stadsbestuur in 2022 nog zeggen trots te zijn op het bezit van dit beeld? Lopen we de kans dat het vervloekte verleden nooit meer onder de aandacht van de mensen zal komen wanneer het beeld is weggehaald? Mogen we ons verheugen in de aandacht van nationalistische groeperingen om het beeld op zo’n prominente plaats te behouden en weer te vereren? Beleven we in deze tijd een linkse beeldenstorm die bedoeld is om verering van stukken onwelgevallige geschiedenis te bemoeilijken? Hangt er al een boerenzakdoek om de nek van Jan Pieterszoon?

Ik heb nog beelden op het netvlies van het omverhalen van beelden van dictators in landen als de voormalige Sovjet Unie en Irak, maar ook beelden van Columbus of een slavenhandelaar. Ik kon wat de dictators en slavenhandelaar betreft geen tegensputteren bij mezelf ontdekken. Dat betekent dat ik dus niet een principiële tegenstander ben van weghalen van beelden van foute lieden. Ik houd van geschiedenisverhalen en van sommige plaatjes die daarbij horen heb ik liever dat ze in een boek of in een museum belanden. J.P. Coen mag wat mij betreft weggehaald worden van de Roode Steen en wanneer er geen grote historische betekenis aan gehecht wordt als uniek kunstvoorwerp mag je het beeld ook omsmelten voor een beeld over iets of iemand waar we in onze tijd trots op zijn. Dan houden we die malle Baudet ook een beetje uit de stad.

De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. HoornRadio/HoornGids is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom, onafhankelijk en ongebonden.

Sjaak Grosthuizen leest zijn column_Coen weg Sjaak Grosthuizen leest zijn column_Coen weg