Zendtijdtoewijzing lokale omroep leidt tot commotie

HOORNGIDS HOORN | Het Commissariaat voor de Media neemt iedere vijf jaar een besluit over de aanwijzing van een lokale omroep. Dit proces van zendtijdtoewijzing speelt momenteel in zeven gemeenten in Westfriesland. Per gemeente wordt één omroep aangewezen. Voor de nieuwe periode (2023 – 2027) zijn er vier gegadigde partijen, waarvan één partij alleen de zendtijd in de gemeente Hoorn aanvraagt. Dit betreft Stichting van Hoorn zeggen. De andere drie partijen vragen de zendtijd aan in alle zeven Westfriese gemeenten. Dit betreft HoornRadio, Weeff en Ons Westfriesland. De gemeenteraden moeten vóór 3 maart 2023 een wettelijk en voorkeursadvies via een raadsbesluit doorgeven aan het Commissariaat voor de Media.

Het Hoornse college draagt videoplatform Stichting van Hoorn zeggen voor richting het Commissariaat voor de Media, hetgeen binnen en buiten de gemeenteraad heeft geleid tot de nodige reacties. Zo ook bij Fractie Tonnaer, dat bij monde van gemeenteraadslid Roger Tonnaer technische vragen heeft gesteld aan het college van Burgemeester en Wethouders. De brief is hieronder te lezen. 

Geacht College, 
1. Is een transparant en navolgbaar proces gevolgd in de zendtijdtoewijzing. Zo ja, op welke wijze?
2. Waarom is bij het voorkeursadvies het inkoop- en aanbestedingsproces van de gemeente niet gebruikt?
3. Welke deskundige(n) hebben de aanvragen beoordeeld en daarover een voorkeursadvies uitgebracht?
4. Is bij de beoordeling van de vier aanvragen voldoende gebruikgemaakt van het gelijkheidsbeginsel? Is alle informatie van de vier aanvragers gelijk en tegelijkertijd beoordeeld? Heeft u actief ontbrekende informatie bij de aanvragers opgevraagd?
5. In welke mate heeft in het voorkeursadvies de begroting van de aanvragers een rol gespeeld? De begroting van Stichting van Hoorn zeggen is volgens het college doordacht en gedetailleerd. Welke kwaliteiten geeft u de begrotingen van de andere aanvragers?
6. Waarom heeft u de ontbrekende begrotingen van de andere drie aanvragers niet opgevraagd en beoordeeld?
7. Stichting van Hoorn zeggen verwacht veel advertentie-inkomsten. Waar is deze inkomstenverwachting op gebaseerd? De afgelopen dertig jaar is het geen enkele lokale omroep gelukt om inkomsten uit advertenties te verkrijgen.
8. Het journalistieke werk voor Stichting van Hoorn zeggen wordt door één medewerker uitgevoerd. Verschillende programma’s maken door één persoon is vrijwel onmogelijk en kwetsbaar voor de continuïteit van de omroep. Heeft dat bij de voorkeurskeuze een rol gespeeld?
9. Voor de zeven West-Friese gemeenten is Weeff thans zendgemachtigde. Stichting van Hoorn zeggen wil alleen zendtijdtoewijzing voor Hoorn. Dreigt de regionale samenwerking te verdwijnen in het geval dat de gemeente Hoorn kiest voor Stichting van Hoorn zeggen? Heeft de regionale samenwerking een rol gespeeld bij het voorkeursadvies?
10. De indruk bestaat dat Stichting van Hoorn zeggen bij het verkrijgen van de zendmachtiging geen gebruik maakt van radio en tv. Is deze informatie juist? Hoe gaat deze omroep informatie over de Hoornse samenleving leveren en daarover uitzendingen maken?
11. Welke relatie is er tussen het werken met vrijwilligers en de financiële haalbaarheid? Is het werken met vrijwilligers duurder dan met betaalde krachten?
12. Volgens raadsbesluit 2 stelt Stichting van Hoorn zeggen zich ten doel op lokaal niveau de publieke mediaopdracht uit te voeren door een aanbod te verzorgen dat is gericht op de bevrediging van maatschappelijke behoeften die in een gemeente leven. Wat wordt bedoeld met ‘bevrediging van maatschappelijke behoeften’ en kunnen andere aanvragers deze mediaopdracht ook uitvoeren? Hoe is dit beoordeeld?

Wij vertrouwen erop dat de technische vragen ruim voor 17 januari 2023 worden beantwoord. Op voorhand willen wij u daarvoor bedanken.
Vriendelijke groet, namens Fractie Tonnaer,
Roger Tonnaer, gemeenteraadslid