Hoe word je een echte politicus?

Column van Sjaak Grosthuizen

Politiek moet je vooral doen. In de praktijk zal pas blijken dat je als politicus nuttig bezig bent. Wie als politiek groentje deelneemt aan debatten zal een natuurtalent moeten zijn wanneer dat bij de eerste vergadering al naar volle tevredenheid lukt.

Het is als stuurman aan wal of als commentator langs de zijlijn heerlijk om de ontwikkeling van raads- en commissieleden gade te slaan. Natuurlijk geef je de startende politicus volop krediet. Vooruit, je mag best een debat verliezen, je laten aftroeven door een beter geschoolde politicus van die rotfractie die het altijd al op jouw fractie gemunt heeft. Het zal meer dan eens gebeuren dat je pas tijdens de rit naar huis een mooi antwoord te binnenschiet. Als ik dát had gezegd, nou, dan wil ik wel eens weten wat ze daarop te zeggen hadden. Dat soort gedachten hebben de meeste politici gehad en sommigen hebben die gedachten nog steeds.

Pas in de praktijk zal blijken of je uit het juiste hout gesneden bent. Soms zijn beginnende raadsleden verbluffend trefzeker in hun eerste optredens. Geloof me, dat is voor mij en gewis ook voor andere toeschouwers een heerlijk moment. Zie hem of haar eens los gaan! Wow! Die heeft het en misschien wordt het een blijvertje. Misschien bekijk ik de vergaderingen van raadscommissies verkeerd en let ik, als oud-schoolmeester, vooral op de vorderingen die de deelnemers maken. Weet men te luisteren naar andere argumenten? Is men in staat tot spontane tegenreactie of zelfs instemming? Wordt de inhoud geen geweld aangedaan? Durft een lid op te komen voor eigen standpunten en heeft men al het lef om de andere partij van uitschakelend repliek te dienen? Of is diegene slechts geslaagd voor het ouwenelencertificaat?

Je kunt wanneer je de agenda van een commissievergadering leest, zien of er een belangrijke discussie verwacht kan worden. Kijk daartoe naar de tijd voor de pitch. Dat is de tijd die elke vertegenwoordiger van een factie krijgt om fractiestandpunten duidelijk te maken. Doorgaans staan daar één of twee minuten voor. De agendacommissie heeft zich daarover gebogen en een inschatting gemaakt. Afgelopen dinsdag werd voor het agendapunt ‘Meningvormend initiatiefvoorstel groene toekomst Julianapark’ twee minuten pitchtijd per fractie ingepland. Met een aansluitend debat van (max) 35 minuten, een reactie van het college op het debat (max) 10 minuten en een afronding en conclusie advies (max) 7 minuten zou de afhandeling van dit agendapunt (max) één uur en 16 minuten duren. Dat werd in de praktijk dus op de kop af anderhalf uur.  Ik vind 14 minuten extra goed te praten wanneer daarmee op het onderwerp winst is behaald, maar veel meer duidelijkheid dan na de pitch is er niet gekomen.

Het tweede agendapunt behelst ‘Basis op orde en aanpak Gemeentelijk Grondstoffenplan’. Het punt is van minder groot belang en zal naar verwachting minder lange debatten opleveren. Met pitchtijd van één minuut, aansluitend debat van (max) 20 minuten, reactie college op debat (max) 5 minuten en afronding debat en conclusie advies (max) 7 minuten zit je op 44 minuten. De commissie slaagt erin dit in 49 minuten af te handelen. Zie: slechts vijf minuten buiten de tijd. Hier zeuren wij niet over.

Het derde agendapunt ‘Actieplan Fiets’ blijkt in de discussie niet overladen te zijn met felle tegenstanders van hen die alle heil zien in fietsgebruik tegenover notoire tweewielhaters. Met dezelfde spreektijdindeling van het vorige agendapunt van 44 minuten totaal kwam men toch uit op een behandelingstijd van anderhalf uur! De vergadering die gepland was voor vier uur politieke arbeid duurde vier uur, 22 minuten en vier seconden. Mag je dan zeggen dat de vergadering redelijk goed verliep omdat de uitloop minder was dan een half uur?

Ik vind van niet, omdat ik tijdens de discussies veel overbodig gepraat beluisterde. Er zijn 12 verschillende fracties, maar er is nimmer sprake van 12 verschillende meningen. Binnen bepaalde fracties kunnen de meningsverschillen groter zijn. Ik kan zo blij worden van moties en amendementen die door minimaal vier fracties worden ondertekend. Wanneer een dergelijke gedachtenbundel nu ook eens wat vaker gebeurt bij pitches en discussies en daarnaast niet dat geëmmer de vierkante millimeter, dan loop je natuurlijk wel het gevaar dat de gewone burger het politieke gedoe wat boeiender gaat vinden. Zou dat niet een handig iets zijn om te leren wanneer je een echte politicus wilt worden?

De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. HoornRadio/HoornGids is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom, onafhankelijk en ongebonden.

Sjaak Grosthuizen leest zijn column_Hoe word je een echte politicus Sjaak Grosthuizen leest zijn column_Hoe word je een echte politicus