Nou, het reces is voorbij en er liggen al voorzichtig enkele onderwerpen op de bordjes van onze gewaardeerde afgevaardigden. Op 12 september is de eerste openbare vergadering, waar wij zullen zien hoe onze twaalf fracties tegen de zaken aankijken. Op dit moment ligt er één bespreekpunt klaar.
Het is meteen een heel interessant onderwerp: ‘Vervolg onderzoek slavernijverleden Hoorn’. Het gaat over de verfoeilijke zakenrelaties met de slavenhandel die bij onze fine fleur van de bevolking indertijd kon worden aangetroffen. Het is niet weinig wat er op dit moment al duidelijk is. Duidelijk is dat de hoge heren van Hoorn veelal tot hun nek in de slavenhandel zaten. Zij sleepten niet zelf met de in boeien geslagen bevolking die in Afrikaanse havensteden tegen producten uit Europa op de kop getikt waren. Zij speelden in ons mooie Hoorn de rol van magistraat, variërend van burgemeester tot lid van het vroedschap. Ze kozen uitsluitend mensen uit de eigen kringen. De termen diversiteit en inclusiviteit bestonden nog niet en werden door hun waarschijnlijk ongepast gevonden.
De beslissingen van de bestuurders van de West-Indische Compagnie (de WIC) en die van de VOC gingen wel degelijk over de handel in slaven uit Afrika of Azië. Natuurlijk is dat in veel historische geschriften na te lezen, maar je zou kunnen zeggen dat onze raadsleden nu een handzaam overzichtje krijgen aangereikt waarin de rol van onze Hoornse magistraten beschreven staat. Zeer hoogstaande rijke families, waarvan de namen nog steeds terug te vinden zijn in het Hoornse stratenplan, hebben daar een flink bedrag aan verdiend, waardoor zij een permanente plek bleven behouden in de Hoornse bestuurslagen, en zelfs in provinciale of landelijke bestuursorganen.
Heel opvallend vind ik de laatste alinea’s uit verschillende hoofdstukken met de titel: Wat weten wij nog niet? Natuurlijk moeten wij ervan uitgaan dat elk uitgeplozen geschiedenisfeit, dat is vastgelegd in documenten of boeken, ooit aangevuld kan worden met enkele toevallige of met moeite opgegraven weetjes. Wanneer ik kijk naar de bedoeling van het gepleegde onderzoek, dan is dat het verstrekken van voldoende geloofwaardige kennis over de gang van zaken in de vorige eeuwen, opdat we dankzij de geboden blik ons een soort van boetekleed kunnen aanpassen. Is het de bedoeling om in die laatste alinea’s de ruimte te bieden om te zeggen dat we nu nog weinig kunnen beslissen over onze te nemen stappen?
Er staat ook een uitgebreid hoofdstuk in over de Hollandse slaafgemaakten in Noord-Afrika. Is dat bedoeld als een soort van excuus? Wij werden ook gevangen en verkocht, hoor! Je kunt in het stuk ook de rechtvaardiging vinden voor ons, afstammelingen van het 17e en 18e eeuwse klootjesvolk, dat geen moer had te vertellen in slaafmaakzaken. De Foreesten en de De Viqsen en nog een paar families, díe verdienden er zoveel mee dat ze bovendien alles te zeggen mochten hebben in Hoorn. En, oja, hoeveel schuld mag je Hoorn in de schoenen schuiven? In Enkhuizen liepen dezelfde gefortuneerde schobbejakken van WIC en VOC rond. Dus….
Wie het stuk verder doorleest, mag ook vernemen dat de scheepsbouw van de schepen (voor 600 stuks slaafgemaakten per oversteek) werd gepleegd door een flink legertje Hoornse scheepsbouwers, waardoor de neringdoenden in de stad ook een leuk inkomen hadden. En er waren meer mensen die op een of andere manier werk vond in activiteiten om de handel mogelijk te maken. Mag je die mensen ook aanrekenen dat zij slavenhandel in stand hielden? En wat gaat dat betekenen voor de inwoners van Hoorn in de 21ste eeuw? Het kan zijn dat een voorouder van mij als boerenknecht in Obdam een paar stuivers kon verdienen met het melken van koeien waardoor kaasmakers kazen konden verkopen aan scheepsbevrachters die schepen klaar maakten om te vertrekken voor hun verfoeilijke handel. En wat te zeggen van de nazaten van een bedelaar die op de Roode Steen een paar centen scoorde om een hap en een slok te kunnen bemachtigen? Het begint mij steeds duidelijker te worden wat bedoeld wordt met collectieve schuld.
Onze politici mogen zich over de nalatenschap van de slavenhandel buigen. We hebben nu geen Foreesten in ons stadsbestuur. Laten wij hen veel wijsheid en mededogen toewensen.
De inhoud van de column is uitsluitend voor rekening van de auteur. HoornRadio/HoornGids is niet ge- of verbonden aan een politieke partij of welke politieke richting dan ook, maar geheel autonoom, onafhankelijk en ongebonden.