Het betreft de procedure tussen Schenkeveld Advocaten N.V. en de gemeente hoorn. Inzet is de aanslag reclamebelasting over het jaar 2009 die aan Schenkeveld is opgelegd. Hetzelfde beroep is door Schenkeveld ingesteld namens een aantal andere ondernemers. Daarnaast zijn er – na de eerste 600 bezwaarschriften – ongeveer 60 andere beroepen ingesteld, zo verklaarde de gemeente ter zitting.
Bijzonder aan de situatie in Hoorn is dat er een aparte stichting is opgericht om de gelden te besteden. Helemaal bovenaan in deze structuur staat de Hoornse Ondernemers Federatie (HOF). Deze stichting heeft de stichting Lokaal Ondernemers Fonds (LOF) opgericht. De bestuurders van deze beide stichtingen zijn dezelfde. De heer mr. W. Loomans, de heer G. Fit en de heer S. Stumpel.
‘blanco cheque’
De netto opbrengst van de reclamebelasting wordt bestemd aan de LOF. Het is dus feitelijk de LOF die de gelden gaat besteden. Er is tussen de gemeente Hoorn en de HOF en de LOF een convenant gesloten met een looptijd van 12 jaar. Op grond van dat convenant staat het de LOF eigenlijk vrij om de gelden te besteden waaraan zij wil. Er is geen tussentijdse opzeggingsmogelijkheid voorzien in het convenant. Als er geld overblijft mag de gemeenteraad daar niet over beschikken. De LOF krijgt een ‘blanco cheque’ van de gemeente aldus de advocaat tijdens de zitting. En voor een fors bedrag. Het ging in het jaar 2009 om een begrote opbrengst van EUR 1.024.702, - bruto en EUR 819.450, - netto (dat laatste had de LOF dus te besteden).
Daarnaast heeft de gemeente Hoorn bevestigd dat zij schadeplichtig is als de gemeenteraad besluit de verordening te wijzigen of de reclamebelasting af te schaffen.
Geen enkele controle
De rechtbank is van oordeel dat de gemeente Hoorn geen enkele controle meer heeft over het geld dat de LOF te besteden heeft. In rechtsoverweging 4.3 vindt u dat de rechtbank Alkmaar van oordeel is dat de gemeente daarom slechts een ‘doorgeefluik’ is. Deze positie staat op gespannen voet met de functie van het instrument reclamebelasting. Dat is namelijk: een algemene gemeentelijke belasting.
De gemeente Hoorn heeft de reclamebelasting ingevoerd voor een ander doel dan waarvoor zij dat mocht. Dit noemt men misbruik van bevoegdheid (détournement de pouvoir). Dit is neergelegd in rechtsoverweging 4.5.
Te hoge tarieven
De rechtbank gaat ook in op de (hoogte van) de gehanteerde tarieven door de gemeente. In rechtsoverweging 5.2 stelt de rechtbank vast dat niet duidelijk is gemaakt waarom er zulke hoge tarieven moesten zijn. Bovendien is de heffing in de gemeente Hoorn veel hoger dan in andere steden. Ten opzichte van Alkmaar is dat 1278 % hoger en ten opzichte van Amsterdam 151% hoger.
Slechts 33 % ondernemers vertegenwoordigd
Verder betrekt de rechtbank bij haar oordeel omtrent de hoogte van de tarieven ook nog dat slechts 33% van de ondernemers in Hoorn door de HOF werd vertegenwoordigd. Aan het eind van die rechtsoverweging wordt de heer Hoogendoorn (van BBH Sierbestrating) geciteerd met de woorden: “wij moeten betalen voor een club waarvan wij geen lid mogen zijn!”.
”Willekeurige en onredelijke belastingheffing”
Op grond daarvan vindt de rechtbank de tariefstelling onevenredig hoog en oordeelt zij dat er sprake is van willekeurige en onredelijke belastingheffing.
Deze uitspraak geldt in beginsel alleen voor de direct daarbij betrokkenen. Naar zeggen van de gemeente waren er zo’n 60 beroepen aanhangig tegen de reclamebelasting. Voorstelbaar is dat ook die beroepen gegrond worden verklaard.
De onverbindendverklaring leidt er echter niet toe dat de opgelegde aanslagen over het jaar 2009 onrechtmatig zijn voor ondernemers die er geen bezwaar en beroep tegen hebben ingesteld. Die aanslagen blijven waarschijnlijk in stand.
Datzelfde geldt eigenlijk voor het jaar 2010; degenen die beroep tegen de aanslag reclamebelasting ingesteld hebben of dat nog kunnen, hebben hiermee een sterk argument in de hand. Wellicht dat de gemeente de structuur voor het komende jaar herziet. Inmiddels zijn de tarieven wel (iets) naar beneden gebracht, maar deze zijn nog steeds ‘fors’.
Er kan hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam. Voorzienbaar is uiteraard dat de gemeente dat doet; zeker is het echter niet.
Klik op onderstaande LINK voor de uitspraak:
Klik voor eerder nieuws over reclamebelasting op onderstaande TAG:
http://www.hoorngids.nl/dl-7951-7-29115/download/uitspraak_rechtbank_reclamebelasting_hoorn.html